Jaargang 7 • Verschijnt tweewekelijks • Losse nummers € 4,30

Afscheid van Rudy Kousbroek

door | mrt 2, 2023

Henk Hofland, destijds hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad, stuurde eind jaren zestig een jonge verslaggever naar Parijs, om daar een literair evenement te verslaan. “Je hoeft geen hotel te nemen,” zei de zuinige Hofland, “je kunt logeren bij mijn vriend Rudy Kousbroek en zijn vrouw.” Dat verblijf leidde tot een levenslange vriendschap tussen de verslaggever, Ivan Sitniakowsky, en Ethel Portnoy en Rudy Kousbroek.

Decennia later kreeg ik een relatie met Ivan, ooit mijn klasgenoot op een gymnasium in Amsterdam. Hij leed toen al aan de ziekte van Parkinson. Over de gevolgen daarvan dacht ik, in mijn euforie, niet na. Hij vertelde mij over zijn ervaringen die eerste tijd in Parijs. “Rudy zei midden in een gesprek opeens: ‘Pas even op de kinderen, ik ga naar boven om te zien of daar een dienstmeisje valt te versieren.’” Ivan vond dat verzoek van Kousbroek, gezien de escapades die hij had gelezen over de door hem gewaardeerde schrijver Georges Simenon, doodgewoon.
De vriendschap bleef bestaan. Ook al besloot Rudy om, na 32 jaar huwelijk, met de sinologe en schrijfster Sarah Hart een nieuw leven te beginnen. Ethel en Rudy bleven elkaar regelmatig zien. Ivan slaagde er op wonderbaarlijke wijze in om met alle spelers in dit spel op goede voet te blijven. Ethel: “Ik ben één keer getrouwd geweest, en dat was voldoende.” Ivan nodigde haar af en toe uit voor een oestermaaltijd in het Haagse restaurant Saur. Dat waardeerde zij, ze ging niet vaak de deur uit gezien haar diagnose: uitgezaaide borstkanker.
Tijdens de afscheidsbijeenkomst na het overlijden van Ethel Portnoy (2004) in haar huis aan de Koninginnegracht in Den Haag, was Rudy Kousbroek gastheer. Ivan bemiddelde bij de verdeling van Ethels inboedel, bleef bevriend met de kinderen. Wij aten daarna ook wel eens bij Rudy en Sarah in hun mooie huis in het centrum van Leiden. Ik interviewde Sarah Hart een keer over haar moestuin, voor een Vrij Nederlandreportage. “Lavatera,” zei ze, op mijn vraag naar Rudy’s favoriete plant. “Met die lieflijke roze bloemkelkjes.” Een herinnering aan zijn Indische jeugd. Haar tuin stond dan ook vol lavatera’s. Zij serveerde vaak een vooral uit haar moestuin afkomstig maal.
Als Rudy in Amsterdam bij Ivan en mij langskwam voor een lunch, snelde ik naar de slijter om mijn eenvoudige flessen wijn te vervangen door goede chablis. Hij was een voortreffelijke disgenoot. De herinneringen aan Parijs van de twee vrienden flitsten over de tafel.
Met de gezondheid van Rudy ging het op den duur niet goed. Evenmin met Ivans parkinson. De vrienden takelden af, ieder op zijn eigen manier.
Het overlijdensbericht van Rudy greep Ivan aan. Hij wilde per se diens afscheid bijwonen, ook al was hij er zelf slecht aan toe. Hij bestelde een taxi naar Den Haag, kwam aan bij de plaats van het afscheid, maar durfde vanwege zijn wankele fysieke toestand niet naar binnen. Zijn ziekte en denkelijk ook zijn emoties verlamden hem. Onverrichterzake keerde hij terug naar Amsterdam, met diezelfde taxi. Niet meer in staat afscheid te nemen van een dierbare vriend. Dat heeft hem lang dwars gezeten.

PROEFABONNEMENT
4 NUMMERS VOOR € 15