Jaargang 9 • Verschijnt tweewekelijks • Losse nummers € 4,50

AD pruttelt ten onrechte in zaak-Khalid

door | feb 13, 2024

Is het bijzonder dat een rechter een krant verbiedt een artikel te publiceren? Het gaat hier over het verbod dat het Algemeen Dagblad aan de broek kreeg om te schrijven over Khalid Kasem, het advocatenkantoor van Royce de Vries en het al dan niet omkopen van een ambtenaar. AD’s hoofdredactrice Rennie Rijpma vond dat zelfs het aanspannen van een kort geding al een aanslag op de persvrijheid was. VVD-Kamerlid Ulysse Ellian maakt in vragen aan de minister voor Rechtsbescherming duidelijk dat het ongepast is dat de Amsterdamse Orde van Advocaten, die zich in het door De Vries begonnen kort geding meldde om zelfstandig een publicatieverbod te bepleiten, de persvrijheid in gevaar brengt, en her en der wordt over censuur gemopperd.

Het is weliswaar geen schering en inslag dat mensen naar de voorzieningenrechter draven om een publicatie tegen te houden en daar ook nog gelijk in krijgen, maar het is niets bijzonders. Het vakblad Mediaforum publiceert elke twee maanden samenvattingen van rechterlijke uitspraken in mediazaken. Het oktobernummer meldde zeven zaken over een publicatieverbod. Iemand die vond dat BNN/Vara hem niet in het verband van drugshandel en seksueel misbruik mocht noemen, iemand anders die over zijn echtscheiding een boek had geschreven, over dat soort kwesties gaat het dan. In vier van die zaken kregen de eisers gelijk en kon een omroep of uitgever het item in de prullenbak gooien. 

‘Censuur’ of ‘persbreidel’ zijn zware woorden, die beter in stelling kunnen worden gebracht wanneer iemand voorafgaand verlof van een overheidsinstantie nodig heeft om wat dan ook te publiceren. Dat een rechter op basis van hoor en wederhoor beslist of een voorgenomen publicatie de rechten van een betrokkene op bijvoorbeeld bescherming van zijn persoonlijke 

levenssfeer onduldbaar zou schenden, is niet alleen gangbaar, maar ook verstandig. Een schadevergoedingsactie achteraf kan natuurlijk altijd, maar je hebt er meer aan dat je niet zonder dwingende noodzaak of op basis van vage geruchten in opspraak komt. De hoofdredactie van het AD mag natuurlijk pruttelen over de persvrijheid, maar daar past niet bij dat, zoals uit het vonnis van de Amsterdamse voorzieningenrechter blijkt, het conceptartikel aan de rechter ter inzage is gegeven. Als je principiële registers wilt opentrekken, zeg je maar tegen de ‘censor’ dat hij volgende week in het AD kan lezen waar het over gaat.

En waar zóu het dan over gegaan zijn? De tussenkomst van de advocatenorde wijst erop dat met een publicatie de geheimhouding, die centraal staat in de relatie tussen een advocaat en zijn cliënt, in het geding was. Mensen moeten vrijelijk met hun advocaat kunnen bespreken wat in hun zaak van belang is en moeten erop kunnen rekenen dat hun dossier niet in het openbaar wordt besproken. Wie die informatieuitwisseling openbaart, pleegt een strafbaar feit, zó gewichtig is het dat iemand onbevangen met zijn advocaat kan praten. 

Het Europese mensenrechtenverdrag noemt het bewaren van dit soort geheimen als een acceptabele grondslag om de verspreiding van informatie te beperken. Vermoedelijk is daarom de Amsterdamse Orde tussenbeide gekomen: om die geheimhouding overeind te houden. ‘Vermoedelijk’, dat wel, want de zitting was met gesloten deuren en het vonnis zwijgt volledig over wat er zo nodig geheim moest blijven, en dus ook over de vraag of inderdaad het beroepsgeheim doorslaggevend was voor de beslissing. 

Bij het uitgangspunt dat vonnissen openbaar zijn, zodat de buitenwereld kan controleren of het er eerlijk is toegegaan, is dat onbevredigend. Maar als de relevante feiten in zo’n vonnis moeten worden opgenomen, liggen die op straat en zou er geen rechtsbescherming, in de vorm van een vonnis, mogelijk zijn. 

In vredesnaam dus maar…

PROEFABONNEMENT
4 NUMMERS VOOR € 15