Het klonk als een klaroenstoot uit lang vervlogen tijden, april 1971 om precies te zijn: ‘Vorm een schaduwkabinet.’ Om helemaal precies te zijn luidde de oproep van Joop van den Berg (politicoloog, oud-PvdA-senator en nog veel meer) op parlement.com: ‘Vorm een schaduwcoalitie.’ GroenLinks/PvdA moest ‘in beweging komen’: ‘Blijven achteroverleunen is net zo nadelig voor het vertrouwen in de politiek als het gehannes aan de rechterkant.’
“We hebben de foto’s nog!” zoals we zeggen over blijde gebeurtenissen in het verleden. Bij de presentatie van het gezelschap in 1971 zie je Hans van Mierlo (oprichter D’66) breed grijnzen, Jacques Aarden (medeoprichter PPR) zuinigjes glimlachen en Joop den Uyl (PvdA) achterom kijken.
De wake-upcall op internet vond opgetogen weerklank in de Argus-redactie: joepie, een schaduwkabinet! Al legt Van den Berg zelf meteen al uit dat het toen, in 1971, ‘geen groot electoraal succesnummer’ was. Maar: “Wat mij bijbleef: je hoeft geen meerderheid te hebben om het hele systeem onder druk te kunnen zetten.” Dat sprak, spreekt ons aan.
Dus waarom niet de daad bij het woord gevoegd en een nieuw links schaduwkabinet gevormd? We raadpleegden een wijde kring van politiek geïnteresseerden als formateurs of adviseurs. (Radiocommentator Kees Boonman: “Adviseur klinkt goed. Ben ik aan toe.”) Het was weinig bemoedigend, maar misschien kenmerkend voor het gebrek aan geestdrift voor een links schaduwkabinet, dat onze eerste twee ronden van in totaal 27 geadresseerden slechts vijf reacties opleverden. Pas in de derde ronde, als anonimiteit wordt beloofd, komen er van twaalf nieuwe geadresseerden meer politieke ‘adviezen’ voor een gefantaseerd links bewind.
De eerste reactie was van Joop van den Berg zelf, die nogmaals onderstreepte dat in 1971 ‘progressieve kiezers niet onmiddellijk en massaal onder de indruk raakten’. Maar: “De meerwaarde zit in het vermogen op een paar hoofdzaken alternatieven te laten zien.”

Trouw-commentator Hans Goslinga ziet er echter weinig heil in. Om te beginnen: ‘Getalsmatig stelt zo’n links schaduwkabinet weinig voor.’ Bovendien zou het ‘de polarisatie versterken’. En zijn derde bezwaar is van ‘directe politieke betekenis’: “Het kan vruchtbaarder zijn voor links de ogen op Pieter Omtzigts NSC te richten. Beter voor links is een intelligente oppositie met soms een voorhamer, maar vaker een floret, dan een schaduwkabinet dat het verdeelde rechts alleen maar op een hoop drijft.”
Oud-PvdA-Kamerlid Erik Jurgens, toentertijd prominent lid van de Politieke Partij Radikalen, lijkt zo’n schaduwkabinet alleen zinvol als aanzet tot de volgende verkiezingscampagne. “Nu, na de verkiezingen, heeft dit geen zin, omdat de kiezers zich er niet meer over kunnen uitspreken.”
Aan speculaties over de samenstelling en personele bezetting waagt men zich liever niet – “Ik ben niet erg van de afdeling Personeel,” deelt Van den Berg mee –, al schrijft oud-PvdA-parlementariër Bert Middel stellig: ‘Het is hoog tijd voor een nieuwe generatie. Dus weinig of geen Kamerleden en geen Frans Timmermans als premier.’
Op parlement.com worden GroenLinks/PvdA, D66, Partij voor de Dieren en Volt als samenstellende partijen genoemd en ‘wie weet, ook de ChristenUnie’. “Tot voor kort zou ook de SP er waarschijnlijk bij zijn gehaald, maar die is weer terug naar de klassenstrijd van honderd jaar geleden,” zegt Van den Berg. “Hoewel,” voegt hij er later aan toe, “die Jimmy Dijk kon nog wel eens tot onverwachte moves in staat blijken: hij zit minder vast aan de Marijnissendynastie met haar anti-PvdA-houding dan zijn voorgangster.”
Het ‘bevorderen van de klassenstrijd’ stemt ook Jurgens sceptisch over de SP, terwijl hij evenals Goslinga op zijn hoede is voor verdere polarisatie en daarom benadrukt: “Met NSC en VVD zou tijdig overleg moeten plaatsvinden; als dat niet lukt voor, dan na de verkiezingen.”
Maar toen kwam de schaduwformatie toch nog op gang! Argushoofdredacteur Paul Arnoldussen gaf het voorbeeld met een kabinet onder aanvoering van Hans Vijlbrief, met Marjolein Moorman op Sociale Zaken, Rob Jetten voor Klimaat, Carola Schouten voor Armoedebeleid, Tom van der Lee op Financiën, Wieke Paulusma voor Gezondheidszorg en ja, Frans Timmermans op Buitenlandse Zaken.
Een mooi team, dat echter spoedig in de schaduw gesteld werd door Arguscolumniste Cisca Dresselhuys met haar lijst van maar liefst 21 mogelijke bewindspersonen van wie – zoals verwacht mocht worden – twee derde vrouw, met een premiersduo en een opmerkelijke gastrol voor een VVD’er, Eric van den Burg.
“Et voilà,” doet Argusmedewerker Ko Colijn vervolgens zijn dubbelslag: een links schaduwkabinet, maar tevens een rechts ‘horror-‘ of ‘nachtmerriekabinet‘, waarbij enige fonkelnieuwe departementen worden geïntroduceerd: Boreale Zaken, Silly Walks, Silly Talks.
Vervolgens komt ook de bedachtzame Argusmedewerker Willem de Bruin op de proppen met zijn schaduwkabinet.
(Het valt inmiddels overigens op dat het aantal vaker genoemde ministeriabelen allengs toeneemt, met Renske Leijten van de SP als onmiskenbare frontrunner).
Maar vooruit: genoeg gedund, aan de slag! Laten we spijkers met koppen slaan (zoals een ooit in linkse kring zeer populair radioprogramma heet). Met als bouwstenen de schaarse adviezen stelt Argus geheel onbevoegd op eigen houtje een schaduwkabinet samen. Allereerst gaat het er dan om welke partijen mogen meedoen. Iedereen noemt in ieder geval GroenLinks/ PvdA, D66 en Volt (hoewel niemand uit die laatste partij een minister kandideert; zijn ze bij Volt zo low profile?). Soms ook de Partij voor de Dieren, als die enig water bij de veganistische wijn zou willen doen.
De hamvraag is of we de SP en de ChristenUnie mee willen laten doen. En de voorlopige slotsom is: ja, het zijn beide partijen met een orthodox wereldbeeld, maar een gedegen bestuursstijl. Deze partijen uitsluiten zou de polarisatie kunnen aanwakkeren. De nieuwe SP-leider Jimmy Dijk proclameert weliswaar het leerstuk van de klassenstrijd, maar is geen kloon van de Marijnissens, en mogelijk soepeler.
En dan de personele samenstelling. Het Argusschaduwkabinet is uitdrukkelijk een romp- of kernkabinet: er moet voor officiële Haagse formateurs nog wel werk aan de winkel overblijven. Hierbij het resultaat, met daarbij een notenapparaat dat verwijst naar beknopte toelichtingen:
Premier: Femke Halsema
Vicepremier en Sociale Zaken: Renske Leijten 1)
Vicepremier en Buitenlandse zaken: Frans Timmermans 2)
Binnenlandse Zaken: Ahmed Aboutaleb 3)
Financiën: Kees Vendrik 3)
Justitie: Bénédicte Ficq 4)
Onderwijs: Aleid Truijens of Merel van Vroonhoven 5)
Milieu en Klimaat: Rob Jetten 6)
Defensie: Monika Sie 7)
Cultuur: Taco Dibbits 8)
1) Elk links mens lijkt haar als bewindspersoon te willen. Als
vicepremier versterkt ze het vrouwelijk element in Den Haag en kan ze het toeslagenschandaal voorgoed beëindigen.
2) Timmermans is te groot voor Den Haag en hoe vaker hij op buitenlandse missies gaat, des te minder loopt hij Halsema voor de voeten.
3) Op deze posten heb je betrouwbare, onverstoorbare karakters nodig.
4) Met haar zal de sigarettenbranche een zware pijp roken, en Tata Steel ook.
5) Vaak in één adem genoemd. Argus kan niet kiezen.
6) Verdient een tweede kans.
7) Originele gedachte: PvdA-intellectueel bestuurt het leger.
8) Knappe onderhandelaar, en vast niet alleen over Maarten en Oopjen.
Wat is de slotsom? In de eerste plaats: de respons op Argus’ initiatief om een links schaduwkabinet te formeren, was gering. Is dat de Nederlandse terughoudendheid om het over ‘de poppetjes’ te hebben waar het moet gaan over ‘de inhoud’ en mooie idealen? Neemt men de politiek te serieus om aan zo’n plezanterie mee te doen? Zoals Joop van den Berg besluit: “Genoeg Spielerei voor het moment, als je het mij vraagt.”
Of ontbreekt het links sowieso aan vertrouwen en veerkracht? Heeft men zich misschien al neergelegd bij de triomf van rechts? Argus wilde even een andere duit in het zakje doen.
Cisca’s Droomkabinet
Schaduwkabinet Argus, bestaande uit aanhangers van PvdA/GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren, Bij1, ChristenUnie en ‘partijlozen’ (mensen van wie ik niet weet tot welke partij ze behoren, maar die ik capabel vind).
1. Renske Leijten (SP), 2. Gerdi Verbeet (PvdA), 3. Khadija Arib (PvdA), 4. Emile Roemer (SP), 5. Kim Putters (PvdA), 6. Martin van Rijn (PvdA), 7. Marianne Thieme (PvdD), 8. Marjolein Moorman (PvdA), 9. Sylvana Simons (Bij1), 10. Ellen Verkoelen (50+), 11. Jeroen Dijsselbloem (PvdA), 12. Carola Schouten (CU), 12. Mirjam Bikker (CU), 14. Nausicaa Marbe, columnist, 15. Jan Latten, demograaf, 16. Rudi Westendorp, hoogleraar ouderengeneeskunde, 17. Aleid Truijens, onderwijsdeskundige, 18. Merel van Vroonhoven, onderwijsdeskundige 19. Bénédicte Ficq, advocaat, 20. Paul Scheffer, politicoloog, 21. Annemarie van Gaal, zakenvrouw, columniste.
Als premier een duo: Martin van Rijn (PvdA) en Renske Leijten (SP).
Extra: Eric van den Burg (VVD), niet behorend tot een linkse partij, maar elk kabinet, van welke snit ook, gun je deze opgewekte, intelligente, standvastige en uiterst aimabele bestuurder.
De kabinetten van Ko Colijn
Links
Premier: Frans Timmermans
BiZa: Ahmed Aboutaleb
Justitie: Bénédicte Ficq
Financiën: Klaas Knot/Wouter Koolmees/Kees Vendrik/Ewout Irrgang
BZ: Angelique Eijpe/Marcia Luijten
Buitenlandse Handel/OS: Tineke Ceelen
OCW: Aleid Truijens/Merel van Vroonhoven
Volksgezondheid: Pia Dijkstra/Marion Koopmans/Marcel Levi
V&W en Cyberinfrastrtuur: Marietje Schaake
Milieu & Landbouw: Diederik Samsom
Sociale Zaken: Renske Leijten
Economische Zaken: Rob Jetten
Nachtmerriekabinet (ervan uitgaande dat PVV, VVD, BBB en NSC hun ‘leiders’ in de Tweede Kamer houden.)
Premier: Henk Kamp
BiZa: Sophie Hermans
BuZa: Ruben Brekelmans/Han ten Broeke
Defensie: Bert Huisjes/ieder WNL-persoon
Justitie: Gideon van Meijeren
Landbouw etc.: Dion Graus
EZ: Henk Bleker
Fin: Jos van Rey
Sociale Zaken etc.: Fleur Agema
OCW: Ronald Plasterk/John de Mol/Joop van den Ende/André Rieu
Volksgezondheid: Mona Keijzer
Verkeer, Waterstaat, Infrastructuur: Edith Schippers
Boreale Zaken: Thierry Baudet
Silly Walks: Jan Peter Balkenende
Silly Talks: Arnold Karskens
Progressief schaduwkabinet van Willem de Bruin
Premier: Femke Halsema (heeft bijna al haar critici in Amsterdam tot zwijgen gebracht. Vermoedelijk beter dan Timmermans in staat om als premier de boel bij elkaar te houden).
Onderwijs: Marjolein Moorman (de best denkbare op dit ministerie).
Binnenlandse Zaken: Tom van der Lee (solide allround Kamerlid).
Buitenlandse Zaken: Frans Timmermans (het Binnenhof is voor hem veel te klein).
Financiën: Kees Vendrik (geen progressief kan beter rekenen).
Justitie: Eric van den Burg (moet eerst bedanken als VVD-lid, de rechtsstaat is bij hem in goede handen).
Defensie: Monika Sie (heeft als directeur van Clingendael kennis van de gevaren waaraan Europa blootstaat).
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening: Floris Alkemade (oud-rijksbouwmeester roept verrommeling van Nederland een halt toe).
Verkeer & Waterstaat: Suzanne Kröger (om de asfalt- en luchtvaartlobby op afstand te houden).
Sociale Zaken: Carola Schouten (herkansing!).
Ontwikkelingssamenwerking: Tineke Ceelen (directeur Vluchtelingenwerk).
Landbouw en Natuur: Esther Ouwehand.
Milieu & Klimaat: Rob Jetten (karwei afmaken).
Cultuur: Taco Dibbits.
Volksgezondheid: Marcel Levi
Economische Zaken: Rens van Tilburg (directeur Sustainable Finance Lab.)