Thomas Dermine is staatssecretaris in de demissionaire federale Belgische regering. Hij is verantwoordelijk voor Relance, het nationale plan voor herstel en veerkracht, voor strategische investeringen en wetenschapsbeleid. De 38-jarige econoom is de coming manbinnen de Franstalige Parti Socialiste (PS).
Verleden jaar verscheen Dermines boek Wallonie-Flandre: par-delà les clichés, met Walen werken wél! als titel van de Nederlandstalige uitgave. Het boek, uitvoerig voorzien van grafieken en cijfermateriaal, is zijn poging om de vooroordelen over economische verschillen in België te nuanceren en vaak te weerleggen. Het levert prikkelende inzichten op. Zo blijken de transfers tussen de gewesten, een doorn in het oog van de Vlaams-nationalistische partijen, de afgelopen dertig jaar systematisch te zijn teruggelopen van 2,1 naar 1,5 procent van het bnp, pakweg de helft van dat in Nederland.
Sommigen zagen zijn boek als een onverholen sollicitatie naar een toekomstig premierschap. Zijn partij staat nu echter zowel bij de federale als de Waalse regeringsvorming aan de zijlijn. “Dat geeft me de tijd om deel twee te schrijven,” zegt Dermine lachend.
Boeken die gelijktijdig in de twee belangrijkste talen van het land verschijnen en ook in het hele land gelezen worden, zijn in België een zeldzaamheid. Wat heeft u tot het schrijven ervan aangezet?

“Meer dan wat ook is dit boek de weerslag van wie ik ben: allereerst een Waal uit Charleroi, politiek links georiënteerd. Maar ik heb ook van jongs af aan ervaringen in Vlaanderen opgedaan. Ik ging naar de middelbare school in Dendermonde, bij de paters. Op mijn eerste dag werd ik door mijn klasgenoten uitgemaakt voor luie Waal. Al snel kwamen mijn beste vrienden uit Vlaanderen, maar dat cliché heeft me getekend. Altijd werd ik wel ergens geconfronteerd met die Vlaamse visie op Wallonië.
“Daarna heb ik gestudeerd in de VS, gewerkt in Engeland, en pas toen ben ik die regionale Belgische verschillen gaan relativeren. On est toujours le con de quelqu’un d’autre, je bent altijd wel iemands idioot. Als je uit Charleroi komt, ben je dat van de Luikenaar, de Waal wordt bespot door de Vlaming, de Belg door de andere Europeanen en in Amerika lachen ze om die vastgeroeste Europeanen die in musea wonen.
“Je kunt er niet omheen: er is een kloof tussen Vlaanderen en Wallonië, 25 procent uitgedrukt in bnp per inwoner. En er zijn transfers van sociale zekerheid: zes tot zeven miljard euro per jaar. Maar is dat bijzonder? De overdracht vanuit de regio Rotterdam naar de rest van Nederland is groter. Alle streken die een eeuw geleden nog de ruggengraat van de industriële ontwikkeling in Europa vormden, de Midlands, Noord-Frankrijk, Saarland, allemaal is ze hetzelfde lot beschoren als Wallonië. The European Coal Curse, een studie van een paar jaar terug, laat dat haarfijn zien.
“Daarbij heeft Vlaanderen zijn positie als economische motor van België opgebouwd in de jaren vijftig tot negentig van de vorige eeuw, tegelijk met het verval van Wallonië. Maar in die periode was België een unitaire staat en hadden de gewesten geen enkele bevoegdheid! De landelijke investeringen gingen naar Antwerpen, niet naar Luik of Henegouwen. Dat zet het Vlaamse credo ‘Wat we zelf doen, doen we beter’ op losse schroeven.”
Welke reacties kreeg u vanuit Vlaanderen?
“De teneur van sommige reacties, gelukkig een minderheid, was: ‘wat die Dermine vertelt, is kolder. De transfers in België zijn enorm, veel groter dan in welk ander land.’ Ik heb daarover kafkaëske discussies gevoerd in het parlement met extreemrechtse afgevaardigden. Ik kan dan zeggen dat ik die cijfers niet uit mijn mouw geschud heb, dat het officiële cijfers van de Nationale Bank van België zijn, maar dat helpt niet. Feiten doen er niet meer toe. Het is een van de problemen van onze democratie anno 2024.
“Veel interessanter waren de reacties die me een soort determinisme verweten. Ik zou zo vooral het slechte beleid van de Parti Socialiste door de jaren heen in Wallonië willen verontschuldigen. Toch geloof ik dat regio’s kunnen veranderen. Een goed voorbeeld is Waals-Brabant, vandaag de rijkste provincie van België, terwijl het onder hetzelfde bestuur valt als Henegouwen. Politiek beleid heeft invloed, anders zou ik dit werk niet doen, maar je kunt geschiedenis en geografie niet uitvlakken. Je moet realist zijn. Zelfs als de Waalse economie vanaf nu vijftig procent sterker groeit dan de Vlaamse, duurt het veertig jaar voordat Wallonië het Vlaamse bnp heeft ingehaald.”
U bent een voorvechter van een duidelijke Waalse identiteit. Riskeert u daarmee niet nog meer polarisatie in België?
“Identiteit is een machtig, maar ook gevaarlijk instrument. Voor Bart De Wever betekent het Vlaming-zijn dat je anti-Belg bent. Ik ben trots op mijn gewest, maar ook op België, op de Rode Duivels, en voel me daarnaast Europeaan.
“In Wallonië ontbreekt de trots op de eigen regio vaak. Van oudsher zat de Franstalige elite bovendien in Brussel en voerde daarvandaan de regie over de investeringen in Wallonië. Dat remde de ontwikkeling van een eigen Waalse identiteit. Daarbij komt dat het gewest ondanks zijn nauwelijks 3,5 miljoen inwoners toch heel heterogeen is. Twee derde van de Walen woont in Luik en Henegouwen, de provincies van de oude industrie, waar het zaak is haast te maken met de conversie naar een kenniseconomie. Aan de andere kant heb je dan Waals-Brabant, in zekere zin de rich suburbs van Brussel, en de provincie Luxemburg, met een paar honderdduizend mensen die vaak in het Groothertogdom werken en met verder vooral dennenbomen.
“Maar vlak ook het genie van Bart De Wever niet uit en de invloed die hij daarmee heeft gehad op ons imago. Wat begin deze eeuw begon als een Vlaams pleidooi voor eigen taal en cultuur, kreeg geruisloos een sociaal-economische dimensie. ‘Zonder die luie Walen zouden we veel welvarender zijn.’ Dat discours hebben de Walen nu zo vaak gehoord dat zij het zelf geloven.
“Hoe meer ik regionale economieën bestudeer, des te duidelijker zie ik de verbanden tussen de collectieve psychologie en de dynamiek van een regio. Waalse ondernemers hebben veel minder dan hun Nederlandse of Vlaamse collega’s de drang om bij te dragen aan het succes van hun regio. Onze jonge talenten verlaten intussen het gewest en zoeken hun heil elders. Dus waarom geen Canon van Wallonië om dat zelfbeeld op te vijzelen? Tevoren hield ik mijn hart vast, maar ik was aangenaam verrast door de Canon van Vlaanderen. Die zit goed en evenwichtig in elkaar, en is niet geschreven als verzet tegen België of Europa.
“Bescheidenheid zit in de Waalse natuur ingebakken, en ook dat is een gevolg van een geschiedenis die soms leest als een aaneenschakeling van vijftig jaar economische tegenspoed en bedrijfssluitingen. We nemen onszelf niet graag serieus en houden van zelfspot. Heel sympathiek allemaal, maar daarbij zijn we het idee van excellencekwijtgeraakt. We stralen meer doomed to fail uit dan yes, we can!”
Bent u optimistisch over de toekomst van Wallonië?
“Ja, als we maar een intelligent beleid voeren, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt. Ook een betere aansluiting op de Vlaamse economie is goed voor Wallonië, en voor heel België. Vlaanderen is een van de rijkste regio’s van Europa, maar heeft twee grote problemen: het vindt geen arbeidskrachten meer en er is te weinig ruimte voor nieuwbouw en groei. Een paar kilometer verderop heb je in hetzelfde land een gebied met acht of negen procent werkloosheid dat juist veel ruimte heeft. De synergieën liggen voor het oprapen. We zijn zo druk geweest om scheidslijnen aan te brengen, dat we dat uit het oog verloren zijn.
“Dat we samen optrekken met Brussel in de Franstalige gemeenschap voor onderwijs- en cultuurbeleid, is ook ongelukkig. Het profiel van de twee gewesten is compleet verschillend. Brussel is kosmopolitisch, steeds meer Engelstalig, en moet zich meten met Dubai of Washington. De uitdagingen voor Wallonië zijn van een heel andere orde. De regio mist juist een eigen metropool. Charleroi is qua inwonertal ongeveer de tweehonderdste stad van Europa en tegelijk de grootste stad zonder universiteit. Het opleidingsniveau van de bevolking lijdt eronder.
“Wallonië heeft baat bij een duidelijk centrum en minder versnippering. Als dat lukt, lonkt een florissante toekomst. Succesvolle high-techondernemingen hebben we meer en meer, de energietransitie zit in ons dna. Ook toerisme zal aan belang winnen. De verre citytrips zullen het afleggen tegen meerdaagse vakanties op een paar honderd kilometer van huis. Dan ligt Wallonië ineens ideaal: een groene vlek in een van de dichtstbevolkte gebieden ter wereld.”