Op moord met voorbedachten rade stond in het Verenigd Koninkrijk tot 1969 onveranderlijk de doodstraf. Dat maakt de klassieke Engelse misdaadroman zo spannend; de dader doet er alles aan niet betrapt en opgehangen te worden, en moet te dien einde dikwijls nog wat getuigen uit de weg ruimen, meestal twee, want in de gemiddelde detective vallen drie slachtoffers. Dat Agatha Christie tegen afschaffing van de doodstraf was, hoeft dan ook geen verwondering te wekken: dat zou funest zijn voor haar broodwinning.

Moordenaars zijn in die boeken derhalve uiterst intelligent en vindingrijk, zij het niet zo slim als Miss Marple. Dat spreekt vanzelf, zonder oplossing was er geen raadsel. (In het echt blijven vermoedelijk veel moorden onopgelost, maar het woord zegt het al: daar weten we niets van.)
Tijdens slapeloze nachten heb ik vroeger veel detectives verslonden, en ik zal niet de enige lezer geweest zijn die erover nadacht hoe de perfecte moord gepleegd zou kunnen worden. Een door mij verzonnen methode ging als volgt. Iemand koestert een wrok jegens zijn ex, met wie hij overigens soms nog wel het bed deelt, ofschoon zij inmiddels met een ander getrouwd is.
Na zo’n herdersuurtje stuurt hij haar een missive dat hij tot zijn verdriet een venerische aandoening opgelopen blijkt te hebben, waarmee hij vreest haar besmet te hebben. Daarom sluit hij pillen bij die zij voor de zekerheid moet innemen. Die pillen bevatten natuurlijk een dodelijk vergif.
Het vernuftige hieraan is dat zij die brief door de wc zal spoelen of anderszins vernietigen, opdat haar echtgenoot onkundig zal blijven van het overspel, en er dus geen enkel spoor naar de boosaardige minnaar leidt. Niettemin moet er wel ergens een foutje gemaakt worden, anders heb je (zie boven) geen bevredigende plot.
Achteraf gezien had ik beter detectives kunnen schrijven dan gedichten, want zulks was waarschijnlijk een stuk profijtelijker geweest. Anderzijds is bij ons de doodstraf al in 1870 uit de wetboeken geschrapt, een eeuw eerder dan in Engeland, en een paar jaar cel (onder verwijzing naar een moeilijke jeugd) als sanctie maakt het tegen de lamp lopen van de schurk een stuk minder belangwekkend.
In de werkelijkheid zijn gewiekste moordenaars een uitzondering. Het is opvallend hoe vaak ze meteen gesnapt worden door nalatigheid of gebrek aan voorbereiding. Daarnaast heb je lieden wie het aan talent ontbreekt waardoor ze tot faam zouden kunnen geraken, en die dan maar een beroemdheid doodschieten, zodat hun naam toch nog voortleeft. Die willen juist gevat worden. Iedereen kent Balthasar Gerards en Lee Harvey Oswald, en op het grafmonument van Sissi in Wenen staat zelfs de naam van haar moordenaar vermeld.
Soms leidt extreme domheid tot aanhouding. Nadat de Londense seriemoordenaar John Christie (geen familie van Agatha) zeven gewurgde vrouwen in zijn woning had verborgen, verhuisde hij, waarop de nieuwe huurder de lijken meteen ontdekte, net als bij het geval Richard Klinkhamer in Ganzedijk, zij het dat daar maar één dode werd gevonden.
Een bevriende auteur vertelde dat hij een moordenaar kende, met wie hij niet graag alleen in dezelfde ruimte wilde worden opgesloten, niet omdat hij vreesde vermoord te worden, maar uit angst dat de halvegare tegen hem zou gaan praten.