Gecondoleerd, lezers, met de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen! Geen nipte maar een eclatante zegepraal voor Donald Trump, en dat terwijl het Nederlandse volk in overweldigende mate achter Kamala Harris stond! Maar liefst 68 procent van ons hoopte hartstochtelijk haar te zien winnen, onder wie zelfs een kwart van de PVV-stemmers. En nu dit.
Tientallen Nederlandse studenten staken geestdriftig de grote plas over om zich voor Harris het vuur uit de sloffen te lopen en zich aan te melden voor het canvassen, dat wil zeggen huis-aan-huis aanbellen om de mensen te vertellen op wie ze moeten stemmen. De jonge schrijver Thomas Heerma van Voss bracht in Trouw verslag uit van zijn missie derwaarts en rapporteerde dat het ‘voldoening’ gaf om een ‘kleine bijdrage te leveren aan een mogelijk kantelpunt’.
Maar, vroeg ik mij af, deed hij dat een jaar geleden ook toen het er in Nederland om ging Geert Wilders de voet dwars te zetten? Een in de media als ‘geheimzinnig’ omschreven Nederlandse kunstverzamelaar loofde onlangs een kunstwerk van zo’n acht ton uit als premie voor het Amerikaanse volk, mits het Trump in het stof zou doen bijten. En niemand die hem vroeg of het wel aangaat je vermogen in te zetten teneinde verkiezingen in een ander land naar je hand te zetten.
Waar waren al die mensen, studenten, schrijvers en kunstverzamelaars bij de Nederlandse verkiezingen van 2023? Kon het ze toen niet schelen wie zou winnen? Je zou het bijna denken. Ik herinner mij tenminste niets van nerveuze spanning, van een stemming dat het erop of eronder was, van een gevoel dat we een ‘mogelijk kantelpunt’ beleefden. Thomas Heerma van Voss heb ik toen niet aan de deur gehad.

Sinds wanneer interesseren en engageren wij ons zo intens voor en met Amerikaanse presidentsverkiezingen? Ik stond paf toen in 1952, ik zat net op het gymnasium, de jongens uit de hogere klassen ineens allemaal met kokardes liepen waarop stond: I like Ike. Dwight ‘Ike’ Eisenhower moest winnen, want hij had ons bevrijd. En hij won. Na hem kreeg je John F. Kennedy, de golden boy, en prompt ging Hans van Mierlo hem nadoen. Amerika als het beloofde land.
Waar blijft het engagement met onze eigen democratie? Menigeen klaagt nu steen en been over het nieuwe Haagse schrikbewind, maar wie ging een jaar geleden de straat op, de huizen langs, om te waarschuwen tegen een regime dat je kon zien aankomen sinds Dylan Yeşilgöz de PVV feitelijk uitnodigde als regeringspartner? Dachten we stiekem dat het zo’n vaart niet zou lopen?
Nou is Frans Timmermans geen man die warmte oproept en zelf deed hij ook geen enkele moeite om zich aan het hoofd te stellen van een brede humane volksbeweging, maar wie had hij daarvoor ook kunnen rekruteren en mobiliseren? Konden de Nederlandse verkiezingen ons wel evenveel schelen als de strijd tussen Harris en Trump?
Nederlandse politiek is tegenwoordig een zaak van opiniepeilingen, focusgroepen en tv-spotjes, ze moet worden terugveroverd op straat, in het dagelijkse gesprek en in de spreekwoordelijke, voorheen rokerige achterafzaaltjes.
Kamala Harris stond voor levende, menselijke politiek. Ons engagement heeft haar niet geholpen. Zou het geholpen hebben als we tegen Wilders in het geweer waren gekomen? Dat kun je niet weten, maar dan was het kabinet-Wilders tenminste niet het product geweest van onze politieke onverschilligheid.