Het fenomeen ‘kraakbeweging’ wordt gekoppeld aan de jaren zeventig en tachtig, maar alles duidt erop dat het militante activisme na een langdurig sabbatical de huizenmarkt de laatste jaren weer onveilig maakt. Het verschil met destijds is dat tegenwoordig bijna uitsluitend Engelstalige leuzen op spandoeken aan gevels van buitgemaakte panden wapperen. Ook het anarchistische symbool, een omcirkelde A, is helemaal terug van weggeweest.

‘De woonstrijd wordt gevoerd door een brede beweging die uit een grote verscheidenheid bestaat van groeperingen en activisten, beantwoordend aan de veelkoppigheid van het monster van de wooncrisis,’ meldt het redactiecollectief van het boek Pak Mokum terug. Aan het woord komt Alice van Afga (Anarcha-Feministische Groep Amsterdam) ‘die dingen organiseert binnen de beweging’. Zo kraakte Afga een voormalig bordeel in de Amsterdamse Spuistraat dat als atelier aan kunstenaars was toegewezen, ‘wat wij zagen als gentrificatie’.
Alice heeft het niet begrepen op ‘vrijplaatsen’, gekraakte ruimten die na legalisering tegen betaling onderdak bieden aan creatieve initiatieven. ‘Vaak doet de gemeente dit in arbeiderswijken om die buurten artistieker te maken. Daarmee doe je als kunstenaar mee aan gentrificatie.’
Toch is ‘hybrid graphic designer’ Ivo Schmetz opgetogen over die vermaledijde vrijplaatsen, omdat die hem leerden ‘het leven toe te eigenen, los van de creatie van economische waarde. Vrijplaatsen creëren een brug tussen het bewuste en het onderbewuste, de versmelting van verstand en intuïtie. Het zijn velden van energie.’ Ook Irina van het aan de kraakbeweging ontsproten cultureel centrum OT301 aan de Overtoom is enthousiast. ‘Ik zou een vrijplaats classificeren als een ruimte die de weg leidt naar een scheur. Onze missie is die scheur open te houden.’
Bij infocafé Bolox in de Eerste Schinkelstraat wordt sinds 1984 ‘(h)eerlijke koffie’ geschonken. Vrijwilliger Hans wil niet zeggen welk evenement hij nooit zal vergeten. ‘Dat is geheim. Maar er deden wel veel mensen mee.’ Woongroep NiemandLand (‘elf personen en een kat’) in de Dapperbuurt is ‘gebaseerd op principes van radicale solidariteit’. Bij homobar en -discotheek De Trut in de kelder van krakersbolwerk Tetterode in de Bilderdijkstraat is het al veertig jaar elke zondagavond gezellig. Het batig saldo komt ten goede aan lhbtqi-projecten in binnen- en buitenland. Iedereen is welkom, maar uitdagend heterogedrag wordt niet getolereerd. ‘De latere Amsterdamse wethouder Pieter Litjens werd De Trut uitgezet omdat hij uitgebreid met zijn vriendin stond te zoenen.’ Bij boekhandel Fort van Sjakoo in de Jodenbreestraat ‘kwam eens een jonge gozer van FvD om een discussie te houden over fascisme versus anarchie. Hij wilde maar niet weggaan, dus toen hebben we een emmer water over hem heengegooid. Dat werkte best goed.’
Cultureel centrum ADM Noord organiseerde Winterspelen met ‘typische kraaksporten’, bedacht door ‘een paar mensen onder invloed van paddenstoelen’. Bij het in 2015 gekraakte centrum Aan Lager Wal op de Nieuwendammerdijk herinneren voetafdrukken op het plafond aan een gigantisch feest: ‘Er werd diagonaal via het raam een boomstam door de huiskamer getrokken. Het stond veel te vol en een Cumbiaband was naakt aan het spelen.’ Jammer van die gentrificatie, maar voor het overige zijn die vrijplaatsen een krakend succes.
