Oud worden ervaart niet elke fotograaf als een genoegen. Het aantal opdrachten loopt terug, jonge vakgenoten duwen de oude garde uit de markt, en zwaaiend met een mobieltje waant elke amateur zich tegenwoordig een grootmeester. Van enige verbittering viel bij Han Singels (1942-2025) echter niets te bespeuren. Een gesprek, meestal bij een toevallige ontmoeting op straat, voerde bij hem linea recta naar een gedeeld verleden, zo’n vijftig jaar geleden alweer, bij het noodlijdende postkatholieke en hoogst progressieve weekblad De Nieuwe Linie. Hij stond daar voor twee dagen per week als vormgever op de loonlijst, maar zou zich in toenemende mate als fotograaf manifesteren.

Het was de tijd van de actiejournalistiek. De bezetting van de met sluiting bedreigde abortuskliniek Bloemenhove, de politieontruiming van de alternatieve zwakzinnigenkliniek Dennendal, stakingen, demonstraties, krakersoproer – Han stond met zijn Nikkormat-camera steevast vooraan. Daarnaast kweet hij zich met collega-staffotograaf Hans van den Bogaard bij De Nieuwe Linie van het minder opwindende deel van het takenpakket dat nu eenmaal bij de visualisering van de actualiteit was inbegrepen: portretten van schrijvers en politici, impressies van theatervoorstellingen, reportages over het boerenleven of zomaar een woonwagenkamp.
Toen hij in 1976 overstapte naar De Groene Amsterdammer, die hem in staat stelde zich fulltime op fotografie toe te leggen, kon De Nieuwe Linie altijd een beroep op hem blijven doen. Han was loyaal, geëngageerd en bescheiden. Hij straalde rust, relativeringsvermogen en bedachtzaamheid uit. Zoals hij praatte, fotografeerde hij ook. De destijds tientallen linkse blaadjes en ander activistisch drukwerk hielp hij desgewenst voor een paar tientjes aan foto’s die ze nodig hadden – een vrijgevigheid die hij zich kon veroorloven. “Zodra je je allerlei verplichtingen op de hals haalt, een gezin met kinderen, een auto, dan wordt het moeilijk,” zei hij in een interview.
“Han was sociaal ingesteld, maar ook graag op zichzelf,” vindt Hans van den Bogaard. Toen Han onlangs bij een dinertje met bevriende vakgenoten in Amsterdam niet kwam opdagen en evenmin de telefoon opnam, ging een vriendin langs bij het appartement in de Rapenburgerstraat. Ze trof hem dood aan op de vloer waar hij, naar later bleek, tien dagen eerder aan een hartstilstand was bezweken.
Tot diep in de jaren tachtig bediende hij zich uitsluitend van zwart-witfotografie, omdat daar volgens hem meer dramatische kracht van uitging dan van kleur. Hij worstelde met de vraag hoe hij cruciale abstracties als macht, politiek en economie inzichtelijk kon maken. Achteraf blikte hij met de nodige zelfkritiek terug op de periode waarvan hij vond dat hij te dogmatisch te werk ging. Zijn drang om te overtuigen en te informeren had het gewonnen van het esthetische aspect waar fotografie óók over gaat. Hij zei: “In retrospectief moet je constateren dat er slordig werd gedacht en slordig werd gefotografeerd, snel, grofkorrelig. Mijn generatie had meningen en weinig denktucht. Maar het was wel een erg leuke tijd.”
Gaandeweg vertraagde zijn manier van werken. Ter gelegenheid van het 250-jarige bestaan van de Leeuwarder Courant fietste hij in 2003 van juli tot oktober met zijn camera door Friesland. Uit de duizenden foto’s – uiteraard full colour – die de expeditie opleverde, werd een tentoonstelling samengesteld met vierkante opnames van mensen, dieren en landschappen uit een wereld waarin de tijd stil leek te hebben gestaan. De pijprokende schipper die Han in de haven van Workum portretteerde, had net zo goed een eeuw geleden vereeuwigd kunnen worden.
De rustieke schoonheid van het platteland begon hem in toenemende mate te fascineren. Hij kocht een brommer en trok eropuit, onvermoeibaar op zoek naar de ideale combinatie van lucht, water, gras, bomen en dieren. “Ik pas de lessen van de schilderkunst toe op de fotografie,” zei hij. De mens, waarop hij in een eerder leven veelvuldig had ingezoomd, was uit zijn foto’s verdwenen. Er viel geen auto, hoogspanningskabel of boerenhoeve meer te bekennen. De sociale fotograaf van weleer was kunstenaar geworden.
