Jaargang 9 • Verschijnt tweewekelijks • Losse nummers € 4,50

De vertaler voor wie geen minibar veilig was

door | okt 12, 2024

Van nuchter als een krekel naar reddeloos bezopen: de vertaler (van onder meer Drummond de Andrade, Pessoa en De Assis) en begenadigde briefschrijver August Willemsen (1936-2007) placht grondig te opereren. Als hij een gedicht of roman onder handen had, kwam er bijna altijd iets moois uit. En als hij de fles onder handbereik had, ging hij door tot de bodem was bereikt.

In de jaren na De val (1991), het relaas in dagboekvorm over zijn bijna-ondergang in 1990 en het herstel in een kliniek, en vóórdat hij eind 1996 naar Australië verhuisde, is hij ook twee keer op Curaçao geweest. Over die episode heeft hij nooit veel losgelaten. De journalist en Willemsenbewonderaar John Heymans (1954) die zijn kinderjaren op Curaçao doorbracht, was hierdoor geïntrigeerd, aangezien de vertaler het Papiaments niet meester was, maar hij toch in 1995 bleek te zijn aangezocht voor lezingen, een workshop en een vertaalproject voor een bloemlezing.

In de monografie Canasta op Curaçao krijgen we een reconstructie van Willemsens verblijf aldaar. Het blijft wonderbaarlijk hoe mooi en verzorgd de vertalingen waren die daar ontstonden, terwijl de maker ook dagen op zijn hotelkamer bleef en niet kwam opdagen, of te dronken was om iets verstaanbaars te zeggen. Maar zodra hij schreef, waren daar terstond de humor en stilistische beheersing.

Schitterend is zijn vertaling van Mi ke tumabo van volksdichter Pierre Lauffer (1920-1981). Let op het enjambement. Eerste strofe: ‘Ik wil je/ nemen in de avond/ vol van sterren en van helder maanlicht,/ met vuurvliegjes rondom ons,/ met de wildernis vol krekels en hun lied.’ Zijn toelichting: ‘Als ik, conform het origineel, zou vertalen ‘Ik wil je nemen’, zou de laatste strofe beginnen met ‘Ik wil je nemen/ in mijn armen’, wat een inversie is die ik niet mooi vind. Vandaar: ‘Ik wil je/ nemen in de avond’ en ‘Ik wil je/ nemen als de kille wind’ en ‘Ik wil je/ in mijn armen nemen.’

Later excuseert hij zich voor zijn gedrag, dat hij wijt aan het te luxueuze Sonestahotel: ‘Ik had liever iets eenvoudigers gehad, en ook iets dat dichter bij de stad lag (…) Mede door dat gevoel van onbehagen heb ik misschien tegen het eind iets te veel in de minibar gekeken. Dat is de pest van die luxehotels, de minibar, maar laat ik daaraan niet de schuld geven.’

Omwille van de liefde verkast Willemsen naar Australië. Na twee maanden zet zijn ‘oude, nieuwe liefde’ liefde Janna Hilbrink hem de deur uit, omdat hij eerst moet afkicken. ‘Ja, het was weer raak. Of, liever gezegd, mis (…) Toch weer alcohol, geheel tegen verwachting van mijzelf en van iedereen. Grote klote.’ In de periode van wankel herstel die daarop volgt, vertaalt hij nog Shi Kanina, een groots gedicht van Lauffer over ‘een vrouw van het leven’. Die vertaling blinkt dan weer uit in poëtische helderheid. Het blijft onbegrijpelijk.

J. Heymans: Canasta op Curaçao. Over August Willemsen en het Papiaments.
Fragment, € 49,50

PROEFABONNEMENT
4 NUMMERS VOOR € 15