Waar is de hel gebleven? Waar zijn de dominees die hun zondige volgers hel en verdoemenis voorschotelden? De tijd dat men de slaap niet kon vatten uit angst voor de hel, lijkt ver achter ons te liggen. Bij begrafenissen komt het leven na de dood alleen in zijn hemelse variant ter sprake. Ook de ongelovige wordt niet meer benaderd met het dreigende ‘bekeert u, anders gaat u naar de hel’, maar krijgt te horen dat zijn leven ‘leeg’ is. De hel is uit het zicht verdwenen. Geleidelijk aan is het accent binnen de Nederlandse protestantse kerken verschoven naar de ‘God van de liefde’. De donderpreek verdween achter het softe evangelie, barmhartigheid is troef. Het is waarschijnlijk een teken van de tijd, de cultuur van zelfontplooiing, ‘je mag zijn wie je bent’. De (gedeeltelijke) acceptatie van de homo in de kerken is hier een uiting van.

Ook het geloof in de hel holt achteruit. Uit een oud onderzoek van de EO en het Nederlands Dagblad van 2012 blijkt dat dan nog maar een kwart van de christenen in de hel gelooft, maar twee derde gelooft wel in de hemel. Dit maakt het leven hier, dat voor christenen in het teken van het hiernamaals staat, natuurlijk een stuk aangenamer. Als het aardse leven niet met eeuwigdurend hellevuur bestraft wordt, komt ook de zonde in een ander licht te staan. Dat leidt niet direct tot een losbandige, maar wel tot een vrijere levensstijl. Dit tot afschuw van de orthodox gelovigen die beklemtonen dat van het pad naar de vrijzinnigheid nog nooit iemand is teruggekeerd. Binnen deze groep, waar de hel nog in een hoog aanzien staat, klinkt de roep om vast te houden aan of terug te keren naar de hel het hardst. Maar ook bij de vrijzinnig protestanten is een kentering te bespeuren. De ondertitel van Arnold Huijgens rede bij de aanvaarding van zijn leerstoel aan de Protestantse Theologische Universiteit in september 2023 luidde: De herontdekking van de hel. Niet veel later gevolgd door zijn boek Waarom de wereld een hel nodig heeft.
Van heimwee naar de hel lijkt geen sprake, de oude hel heeft afgedaan. Er wordt gezocht naar een nieuw inferno. Die zoektocht staat centraal in het boek van de theoloog Reinier Sonneveld Het einde van de hel, dat in februari 2025 uitkwam. Hoe kan de ‘God van de liefde’, zo vraagt hij zich af, iemand het eeuwigdurend inferno insturen? Dat doet God dus niet, volgens Sonneveld, die het hiernamaals diepgaand bestudeerd heeft. Er is een hemel en daar gaat iedereen naartoe, een weg van loutering, daders en slachtoffers verzoenen zich en kunnen herstellen van hun fouten. Waarom zou de mens eeuwig opgesloten moeten worden omdat we in het korte, onoverzichtelijke aardse leven vol twijfels foute keuzes hebben gemaakt? Maar in deze visie, die bekend staat onder de namen alverzoening of universalisme, blijft het korte aardse leven van de kampbeul en de massamoordenaar wel wringen. Gelukkig heeft Sonneveld de hel wel eindig verklaard maar niet helemaal afgeschaft. Boeven gaan tijdelijk de nieuwe hel in voordat ze hun plaatsje in de hemel krijgen. Net als bij een kleine misdaad een korte straf hoort en bij een grote misdaad een lange straf. Daarna worden ze allemaal gereclasseerd in de hemel. Deze wel erg aardse visie van de hiernamaalsdeskundige roept een naargeestig beeld op van een Hitler, Mao, Stalin en Pol Pot die vrolijk aan het klaverjassen zijn. Een beeld dat niet strookt met de aanbeveling van de uitgever van Het einde van de hel: een troostrijk en bevrijdend boek, dat nieuwe en hoopvolle beelden biedt voor het hiernamaals.
