Jaargang 9 • Verschijnt tweewekelijks • Losse nummers € 4,50

Het is maar Afrika

door | jan 26, 2024

Cijfers over aantallen doden hebben niet allemaal hetzelfde gewicht. Eén Nederlands slachtoffer van oorlog en geweld haalt eerder de voorpagina dan, zeg, een bus met vijftig Libische regeringssoldaten die door rebellen is opgeblazen. Dagelijks bereiken ons cijfers over doden in Gaza en Israël. Af en toe is er in kranten nog plaats voor Oekraïense slachtoffers, maar de frequentie is duidelijk afgenomen sinds Hamas Israël aanviel. Israëlische doden vinden we nu eenmaal belangrijker dan Krimdoden. 

Te midden van al die cijfers is er één dat aan veler aandacht is ontsnapt: de ruim zes miljoen slachtoffers van de Congolese burgeroorlog, die al drie decennia woedt. Zes miljoen! Net zoveel als… precies. Plus 6,5 miljoen Congolese vluchtelingen die de afgelopen jaren hun heil bij de buren of nog verder weg hebben moeten zoeken. Alleen al de laatste twee maanden waren dat er een half miljoen. 

Is het beschrijven van de Congolese burgeroorlog, waarbij meer dan honderd splintergroeperingen zijn betrokken, soms te ingewikkeld? Of is er sprake van een onbewuste desinteresse in Afrikaanse conflicten, om niet te zeggen van latent racisme? 

Hoe anders te verklaren dat het lot van de inmiddels ruim veertig miljoen andere Afrikaanse ontheemden en ontelbare miljoenen doden ook allang geen nieuws meer is? Wonen die ‘vreemdelingen’ te ver van ons bed om compassie te verdienen? Kunnen media en publiek inderdaad oorlogsmoe worden van het zoveelste drama in de zestien Afrikaanse landen, waaronder Mali, Kameroen, Burkina Faso, Zuid-Soedan, Mozambique en dus ook de Democratische Republiek Congo (DRC), die op dit moment in een (burger)oorlog zijn verwikkeld? 

De crisis in de DRC mag terecht vergeten worden genoemd. Toch gaat het om veel meer dan een ‘simpele’ stammenoorlog. Het is touwtrekken om de reserves goud, olie en vooral coltan, een belangrijk ingrediënt voor het ontwikkelen van mobiele telefoons en elektrische auto’s. De wereld kijkt toe en verbaast zich er hooguit over dat kinderen in mijnen werken en sterven. Is fatalisme op zijn plaats omdat het ‘daar’ nu eenmaal zo gaat? 

De laatste twee jaar is de burgeroorlog in het oosten van Congo, rond de regionale, door antigouvernementele troepen bezette hoofdstad Goma, intensiever geworden. Aan de ene kant staat de M23, een meedogenloze groep rebellen, zeer waarschijnlijk gesteund door Rwanda; aan de andere kant het slecht georganiseerde en ongedisciplineerde Congolese leger, dat zich misdraagt in plaats van veiligheid te bieden. Ter compensatie heeft de regering duizend Roemeense huurlingen ingezet, voormalige soldaten van het Vreemdelingenlegioen, die Saké, de op een na belangrijkste stad in het oosten, moeten verdedigen tegen M23. 

De president van de DRC, Félix Tshisekedi, doet intussen zijn politieke belofte van ‘Eenheid, Veiligheid, Welvaart’ allesbehalve eer aan. Integendeel, hij gooit olie op het vuur, roept op tot moord op de interne vijand en tot een oorlog met buurland Rwanda. Hij vergeleek Rwanda’s leider Paul Kagame onlangs met Adolf Hitler. Als de Hongaarse 

premier Viktot Orbán de Israëlische premier Benjamin Netanyahu met Hitler vergelijkt, is dat wereldnieuws. Maar Tshisekedi?

Intussen zijn het vooral vrouwen die het in Congo moeten ontgelden. Verkrachtingen zijn aan de orde van de dag. Het is voor tienduizenden meisjes en vrouwen ‘meewerken’ of vermoord worden. Maar op veel medeleven hoeven ze niet te rekenen. Het is tenslotte maar Afrika.

PROEFABONNEMENT
4 NUMMERS VOOR € 15