Jaargang 9 • Verschijnt tweewekelijks • Losse nummers € 4,50

Het rijke roomse bedelleven

door | sep 30, 2025

Ongeveer vanaf mijn zevende jaar was ik misdienaar in de parochiekerk. De instructie werd verzorgd door een lange, ascetisch ogende onderwijzer die later in opspraak kwam doordat hij zijn kinderen met al te harde hand opvoedde. De missen werden nog opgevoerd in het Latijn. Als misdienaar leerde je stukjes van die taal van buiten zonder enig besef van wat ze betekenden. Toen had je nog een geheugen.

Onder impuls van mijn moeder waren we actief als inzamelaars van oud papier ten behoeve van de kerk. Aanbellen bij wildvreemde mensen om te vragen naar oud papier, ik huiver er nu nog van. Bij de Vivo-winkel was het papier verontreinigd door worstresten. Bij de kledingwinkel, gedreven door een jood die zijn bedrijf De Ster had genoemd, zaten er talloze spelden tussen de verpakkingen van overhemden. In de stal waar het papier werd opgeslagen en ook onze fietsen stonden, veroorzaakte dat menige lekke band. Intussen werden er kazuifels en tapijten bij elkaar gespaard en verscheen mijn foto in de krant als ‘de ongekroonde leider van de papiermannekes van Nieuw-Lotbroek’. De journalist maakte er een mooi genrestukje van. En ik leerde meteen dat niet alles wat in de krant stond ook waar was. Dat van die leider was onzin, en ik wist zeker dat ik niet had gezegd dat we het allemaal voor Onze Lieve Heer deden.

Niet alleen oud papier noodzaakte mij ertoe wervend aan te bellen bij wildvreemde mensen. Elk jaar moesten er missiekalenders en loten aan de man worden gebracht. Op paaszaterdag gingen de misdienaars ten eigen bate langs de deuren: er werden gekookte en chocolade-eieren en klein muntgeld opgehaald en verdeeld. Soms was er een debiel die een ongekookt ei in de tas deponeerde. De mensen denken niet na.

Later op het kleinseminarie werd je in het kader van de actie Eten voor India de straat opgestuurd om de mensen geld te ontlokken. Als tegenprestatie kregen ze dan een piepklein zakje met rijst, gesloten met een kleurig lintje. Het kostte enige moeite om de boerenbevolking uit te leggen dat hier sprake was van een verantwoorde ruil. We zochten ons heil in een café waar de jukebox het nummer Michelle van The Beatles bevatte.

Enkele jaren bediende ik zo’n beetje alle begrafenis- en huwelijksmissen, want het was niet zo erg als ik lessen miste. Achteraf realiseer ik me dat beide soorten eredienst geen enkele emotie bij me teweegbrachten. Je deed gewoon je ding en die mensen interesseerden je niet. Bij huwelijken wilde het wel gebeuren dat je als misdienaar een fooi kreeg, die je met enige gêne in je zak stak.

Op eerste vrijdagen werd de communie bezorgd bij bedlegerige zieken. Met een lantaren en een belletje liep je door de vroege, donkere ochtend. Schaarse voorbijgangers knielden. Benauwde kamers, waar op de commode een soort altaartje was ingericht, bestaande uit een kruisbeeld en twee kaarsen. Op klaarlichte zomerdagen werden de zogenoemde oogstprocessies gehouden door de velden, bedoeld om van de hemel een goede oogst af te smeken.

De meeste doden werden begraven op het parochiekerkhof. Maar er was ook iemand die begraven wilde worden op de algemene begraafplaats, een paar kilometer verderop. Dat was een behoorlijk lange tocht, zeker voor de misdienaar die met het kruis voorop moest lopen. Na afloop van de ceremonie nam de begraafpater plaats naast de chauffeur van de lijkwagen. Wij misdienaars moesten achterin, met kruis en wijwateremmer. Gerieflijk was het niet, want je zat op de rails waar de kist vanaf geschoven was. Raar vond je het allemaal niet. Je deed wat van je gevraagd werd.

PROEFABONNEMENT
4 NUMMERS VOOR € 15