‘Hoogverraad,’ klonk het in Marseille, ‘een mes in onze rug’. Waar draaide het om? Het beroemde anijsdrankje Pernod Ricard was begin september sponsor geworden van voetbalclub Paris Saint-Germain (PSG), de aartsvijand van Olympique Marseille (OM), de op handen gedragen club in de stad waar de drank zijn oorsprong vindt en waar het vermoedelijk het meest gedronken wordt.

Pernod Ricard wil bekender worden buiten Frankrijk. Niet speciaal met pastis, maar met de tweehonderd andere dranken die het concern verkoopt. Ruim negentig procent van de volgers van PSG op sociale media woont buiten Frankrijk. Geen vreemde beslissing dus van de marketingafdeling. Toch staat het concern in Frankrijk vooral bekend om de pastis. En wie aan Ricard denkt, denkt aan pétanque, zon en zee. Niet aan Parijs, wel aan Marseille, waar Paul Ricard negentig jaar geleden het drankje uitvond als alternatief voor de verboden absint.
De reacties op de sponsordeal bleven niet uit. Inwoners van Marseille riepen op tot een boycot en maakten foto’s terwijl ze hele flessen Ricard leeggoten in de wc. Barmannen plakten zwarte tape over de naam op de typische gele waterkannen. De burgemeester van Marseille, Benoît Payan, was pas content en riep de baas van Pernod Ricard, Alexandre Ricard, op het matje. Na drie dagen van tumult dat op een burgeropstand leek, zag het bedrijf zich genoodzaakt de sponsordeal met PSG af te blazen.
“Was men met Brest of Lille in zee gegaan, dan had het niet zo’n vaart gelopen,” zei de vijftigjarige stadsambassadeur Fred le Marseillais tegen de Belgische krant De Standaard. “Maar met PSG? Dat kunnen ze niet maken.” De Parijzenaren worden in de tweede stad van Frankrijk letterlijk gehaat. In Marseille gaat men er prat op dat ze de multiculturele samenleving omarmen, terwijl Parijzenaren racisten en neonazi’s worden genoemd. De strijd tussen la belle en la rebelle is dan ook politiek geladen en staat voor de hoofdstad tegen de rest van Frankrijk, rijk tegen arm, de bourgeoisie tegen het volk.
Fred drinkt al sinds zijn zestiende pastis, maar heeft gezworen het drankje niet meer aan te raken. Pernod Ricard zou overigens niet met zijn naam op de Parijse shirts hebben gestaan, want reclame maken voor alcohol is wettelijk verboden. Maar daar had Le Marseillais verder geen boodschap aan. Verraad is verraad.
Boire un petit jaune, een kleine gele drinken, hoort bij het leven in Marseille. Nu Ricard uit den boze is, stappen veel innemers over op Janot, of ‘51’, iets minder sterk, maar verder niet slecht, aldus Fred. En als OM tegen PSG speelt, dan gaat de pastis niet per glas maar per fles over de toonbank.