Jaargang 9 • Verschijnt tweewekelijks • Losse nummers € 4,50

Reddingsboeien in de journalistiek

door | jan 23, 2024

Arendo Joustra werd als hoofdredacteur van Elseviers Weekblad dezer dagen na bijna een kwart eeuw opgevolgd door Hella Hueck, en daar kijkt tegenwoordig niemand meer van op. Maar lang, te lang, bleven vrouwen in de journalistiek nagenoeg onzichtbaar. Pas na een halve eeuw werkzaam te zijn geweest in die sector besef ik: ‘steunpilaar’ is een mannelijk woord, maar in elke redactie waar ik deel van uitmaakte, was een vrouw de steunpilaar, de reddingsboei, je laatste toevlucht. Onder de artikelen prijkten de namen van de heren redacteuren; soms stond in het colofon wie de redactiesecretaresse was, maar dan wist je nog niet welke centrale rol die vervulde bij de krant of het tijdschrift dat voor je lag. 

Sommige bewierookte journalistieke producties zouden zonder deze vrouwen zelfs in het geheel niet zijn verschenen. Levendig herinner ik mij Tessel Blok, op woensdagmiddag in Amsterdam moederziel alleen aan de bar van sociëteit Arti et Amicitiae. Met een glas wijn zat ze te wachten op Joop van Tijn, die de baas was van het VPRO-radioprogramma Welingelichte Kringen, maar (‘schnabbel elders’) meestal niet kwam opdagen. In arren moede dronk ze haar glas leeg, waarna ze zelf voor die vrijdag de gasten bedacht en belde. Zoals niet zelden bisschop Bömers van Haarlem, altijd bereid om zich nog maar weer eens door Hugo Brandt Corstius de mantel uit te laten vegen. Maar Van Tijn ging met de eer strijken.

De legendarische Riet Lina van de Volkskrant, de onverwoestbare Trinette Koomen van De Groene, de goedlachse Elly Koekenbier van Het Parool: ze droegen hun redacties als op vleugels van engelen en hielden de boel op cruciale momenten bij elkaar. En niet te vergeten Paula Glerum, kort voor Kerstmis overleden, bijna 80, die sinds de ‘paleisrevolutie’ van de jaren zestig over de redactie van Vrij Nederland waakte ‘als een moederkloek’, zoals oud-VN-redacteur Rudie Kagie zegt. “Paula wist alles, regelde alles, deed de fotoredactie en hield als enige altijd het hoofd koel te midden van de chaos.”

De redacteuren waren meestal mannen die elkaar soms het licht in de ogen, de ruimte in de kolommen, de zendtijd niet gunden. Voor die vrouwen stond het belang van het blad of het programma voorop, voor die mannen uiteindelijk hun eigenbelang. Hebben vrouwen minder geldingsdrang en meer gevoel voor het gemeenschappelijk belang? Vaststaat dat ze meestal lang in dienst bleven, waardoor ze vanzelf de belichaming en vertolkster werden van een collectief geheugen.

Toen Dini Bangma onlangs na veertig jaar afscheid nam van de VPRO, hield ik mijn hart vast voor het geschiedenisprogramma OVT. Weliswaar heeft zo’n programma een redactie van belezen en welbespraakte heren, maar het kwam er ten slotte op aan wekelijks de juiste gesprekspartners voor hen op de juiste tijd in de studio te krijgen, en dat speelde zij telkens weer klaar. Toen ze in de jaren tachtig aantrad, was ze erg jong en erg Fries, maar ze groeide snel in haar rol en werd ten slotte de spil van het programma, altijd loyaal en goedgehumeurd.

Over Riet Lina schreef Peter de Waard in zijn rubriek Het eeuwige leven in de Volkskrant dat ze ‘formeel de linker- en rechterhand’ van de hoofdredactie was, maar ‘ze deelde daarnaast drie decennia het lief en leed van de redacteuren op de krant, die ze van haver tot gort kende’. Velen dichtten haar de eigenlijke macht toe. Maar dat vernamen de lezers pas toen Riet was overleden. ‘Zij was de loods als de kapitein met zijn schip in gevaarlijk vaarwater raakte.’

Frieda van Mondfrans en Joosje Noordhoek bij de Haagse Post, Leonie Smit en Astrid Nauta (die onlangs ook afscheid nam) bij de VPRO: ik kan nog even doorgaan. Zonder hen was er van die spraakmakende publicaties en programma’s weinig terechtgekomen. En soms vraag ik mij af: zou het in andere sectoren net zo zijn? Zouden vrouwen ook de stabiele kracht vormen achter de schermen van scheepvaartmaatschappijen en bouwondernemingen?

PROEFABONNEMENT
4 NUMMERS VOOR € 15