‘Hij kon wat haar betreft de moord steken.’ Het betekent zoiets als: hij kon wat haar betreft doodgaan. Er wordt dus niet iemand vermoord met een steekwapen. ‘Hij kon wat haar betreft de moord stikken’ is trouwens ook mogelijk, maar het blijft merkwaardig, die combinatie van moord en steken/stikken. Bij de uitdrukking ‘de moord stikken/steken’ hoeft trouwens niet altijd Magere Hein om de hoek te komen kijken. Bij een temperatuur boven de 35 graden kan iemand ook zeggen ‘Ik stik de moord van de hitte’, terwijl het einde nog niet nabij is.

Steken heeft volgens de Grote Van Dale maar liefst 35 betekenissen, die lopen van ‘met een puntig, scherp voorwerp, m.n. met een wapen een steek geven, daarmee raken, wonden of doden’ tot het weinig bekende (uit de zeilvaart) ‘zo scherp mogelijk bij de wind varen’. En er zijn naast ‘de moord steken’ wel meer uitdrukkingen met steken, zoals ‘iemand naar de kroon steken’.
Voor steken kan heel goed een voorzetsel worden geplakt, zoals aansteken, dat onder meer kan betekenen ‘doen branden of ontvlammen’ maar ook, zoals Van Dale keurig zegt, ‘stoffelijk, verstandelijk of zedelijk bederf doen overgaan’ (op iemand of iets) en dat is min of meer gelijk aan ‘besmetten’.
Uiteraard kun je ook doorsteken, tenminste als je ergens een doorsteekje hebt gevonden. Het is verder goed mogelijk om iets op te steken. Dat kan bijvoorbeeld een sigaret zijn, maar iets opsteken uit een boek is weer totaal anders. En oversteken. Wie denkt niet meteen aan ‘de straat oversteken’? Maar hoe zit het dan met ‘gelijk oversteken’?
Insteken kent negen betekenissen, de meest voorkomende (bij ‘iets insteken’) is ‘iets ergens indoen of instoppen’, waarbij dat stoppen de taalgebruiker weer voor raadsels stelt. Maar dat was ook de insteek van deze column.
