Het was geen voorpaginanieuws, maar zaterdag 21 juni bleek het lastig winkelen in de binnenstad van Rotterdam. Meer dan duizend missionarissen overspoelden het winkelende publiek met indringende en confronterende vragen zoals: “Als je vandaag zou sterven, zou je dan naar de hemel gaan?” Het was een samenloop van omstandigheden geweest die de argeloze Rotterdammer de stuipen op het lijf joeg. Die zaterdag stootte de ‘Mars voor Jezus’ bij toeval op de ‘soulwinners van de Frontrunners’, dat zijn de evangelisten van de graaidominee (zie Argus 203) Tom de Wal, en de studenten van de LIFE-school, die allen een goed gesprek met de ongelovige Rotterdammer wilden.

De christelijke bekeringsdrift had zich de afgelopen decennia meer en meer verplaatst naar het internet. In navolging van het Franse Connaitre Dieu kwam er aan het begin van de eeuw de Nederlandse variant www.ikzoekgod.nl (inmiddels uitgebreid met Jezus.nl, Jezus.net etc.), bedoeld om de dolende internetbezoeker met existentiële vragen op te vangen. Want internetevangelisatie is wezenlijk anders dan die op straat, waar Jezus’ boodschap direct gebracht wordt; op internet wordt gewacht op de vragen van de vertwijfelde surfer.
Dat is niet eenvoudig. Natuurlijk, als ‘ik zoek naar god’ ingetypt wordt, komt de goede site snel tevoorschijn, maar wat als de boodschap aan Google luidt ‘ik ben eenzaam’ of ‘wat is de zin van mijn leven’? Ingewikkelde algoritmes die steeds weer aangepast moeten worden zijn nodig om de zoekende in de netten van het evangelie te vangen.
Maar ook dan zijn de problemen niet opgelost, want wie wordt bereikt en hoe wordt hij/zij vastgehouden? Daarvoor moet de anonimiteit van het internet worden doorbroken door aan de bezoeker van de website te vragen zijn naam en adresgegevens achter te laten. Als deze (grote) stap met succes is genomen, wordt aan de bezoeker een e-coach gekoppeld voor het echte menselijke contact.
Al met al een fikse omweg om mensen te ontmoeten die ook op straat lopen. Zou dit de reden zijn dat de straatevangelisatie terug is? Want de invasie van Rotterdam blijkt niet op zich te staan. Sinds drie jaar is in Groningen ‘Evangelisatie en recreatie in de buurt’ actief. Onder de hoede van de Groningse Refajahkerk worden in de zomermaanden kinderen sport- en spelactiviteiten aangeboden, en, niet onbelangrijk, hamburgers en pannenkoeken. In een ontspannen sfeer wordt de kinderen met Bijbelse verhalen het evangelie bijgebracht. Dagelijks trok de reli-recreatie tussen de 25 en 50 kinderen.
Kinderen en jongeren zijn een geliefd doelwit van de evangelisten. In Zaandam richtte de afdeling Nederland van de The Message, een Engelse evangelistenbeweging, zich met programma’s op de middelbare scholen. Geen enkele aangeschreven school reageerde. The Message zat niet bij de pakken neer en ging in samenwerking met de jeugdgroepen van de Zaanse kerken bidden. Letterlijk is men biddend rond de scholen gaan lopen en zie daar, een enkele school reageerde. Welke scholen dat waren en of die het evangelisatieprogramma overgenomen hebben, wordt door The Message niet vermeld, maar er was contact, en dat was volgens hen het werk van God.
Het contact leggen is het moeilijkste van het evangelisatiewerk. De toevallige passant zit daar meestal niet op te wachten en kan het zelfs als uiterst irritant ervaren. Enige training en mentale weerbaarheid zal de missionaris nodig hebben voor hij de straat op wordt gestuurd. Maar zelfs dan kunnen de spanningen flink oplopen, zoals in Kampen bleek. De terrasbezoekers van de Overijsselse stad waren niet gediend van de groep evangelisten die pal voor hun neus ging staan. Het terras liep leeg, tot schrik van de uitbater.
De laatste twee jaar is de straatevangelisatie toegenomen en harder geworden, lezen we in een verslag van het Nederlands Dagblad (23 september): ‘Zowel de uitbaters van De Unie als die van Heer & Meester zeggen dat ze de laatste twee jaar een meer directe, wat hardere manier van evangeliseren merken. Mensen worden een-op-een aangesproken, ook in hun comfortzone aan de tafeltjes. Op straat worden mensen aangeklampt.’ De Kampense afdeling Handhaving inschakelen biedt weinig soelaas, de evangelisten schuiven dan een paar meter door en gaan verder. Een straatverbod opleggen is niet mogelijk, het belijden van een godsdienst in het openbaar is niet verboden.
In ieder geval zijn het winkelende publiek en de terrasbezoeker gewaarschuwd: met de intensivering van de straatevangelisatie is de rust niet meer vanzelfsprekend.