Jaargang 7 • Verschijnt tweewekelijks • Losse nummers € 4,30

Altijd zijn wij gewiekst bestolen

door | mei 1, 2023

Uit minder kelen dan ooit het geval was, maar ongetwijfeld met de onverwoestbare bevlogenheid van weleer zal maandag 1 mei wereldwijd de socialistische hymne De Internationale klinken. De door Pierre Degeyter gecomponeerde strijdlap waarvan de Franse barricadedichter Eugène Portier (1816-1887) kort voor zijn dood de tekst naar de uitgever van zijn bundel Chants révolutionnaires stuurde, wordt genoemd als het meest gezongen lied uit de geschiedenis. In Nederland is de vertaling die omstreeks 1900 uit de pen van Henriëtte Roland Holst vloeide nog altijd de meest gangbare: Ontwaakt, verworpenen der aarde! Ontwaakt, verdoemden in hong’ren sfeer! Theun de Vries ondernam in 1938 een vermetele poging tot een nieuwe berijming (Sta op, verschopt geslacht der aarde! Verhongerd volk, spring in de rij), maar zijn variant kreeg de handen slechts tijdelijk op elkaar. In 1971 kwam Jacq Firmin Vogelaar op verzoek van het Rotterdamse arbeiderskoor Morgenrood met een alternatief dat evenmin levensvatbaar bleek: Ontwaakt, verworpenen der aarde! De tijd van slaaf-zijn is voorbij. 

Aanzienlijk meer succes oogstte Jaap van de Merwe met zijn vrijwel gelijktijdig gelanceerde, meer frivole variant: Hé joh! Ze houen je d’r onder! Hé joh! Ze houen je te kort! De Vara perste er op het eigen Varagramlabel een 45-toerenplaatje van, waarvan er volgens zanger Rob van de Meeberg zeker tachtigduizend werden verkocht. “Jawel, ik heb er een kleinigheid aan overgehouden.” Mede dankzij woeste improvisaties van Wim Overgaauw, die op zijn Gretsch-elektrische gitaar volledig uit zijn bol ging, belandde de linkse meezinger in het popgenre en vervolgens ergens tussen The Rolling Stones en The Beatles op de hitparade. 

De Vara profileerde zich in die dagen nadrukkelijk als rode omroep met programma’s als Van onderen en Het oproer kraait. Ook het succes van Bots (Er is genoeg voor iedereen) bewees dat er een markt was voor opstandige Nederlandstalige popsongs. De vooruitstrevende pers kreeg oog voor het lot van laagopgeleide werkende jongeren, mede dankzij het vlammende protest dat Van de Merwe voor Van de Meeberg voor hen op rijm had gezet: ‘Altijd zijn wij gewiekst bestolen/ en zijn ons oren aangenaaid/ ’t Wordt tijd dat nou es onverholen/ de rollen worden omgedraaid.’ 

In het refrein kwam het lied tot de kern. Bij Portier: C’est la lutte finale/ Groupons-nous, et demain. Bij Roland Holst: Makkers, ten laatsten male/ tot de strijd ons geschaard/ en d’Internationale/ zal morgen heersen op aard! Bij Van den Merwe: Nu is ’t uit! Niet meer dralen/ zet je schrap! Nog één ruk/ en de Internationale/ brengt alle mensen geluk!

De Vara zond het lied frequent uit, maar het communistische eskader dat zich eveneens in deze oproep had moeten erkennen, gruwde ervan. Politiek en Cultuur, maandblad van het wetenschappelijk bureau van de Communistische Partij Nederland (CPN), stelde dat Van 

de Merwe ‘bijzonder is ingenomen met zichzelf’, hekelde diens liedboek Gij zijt kanalje – ‘Zijn portret siert zowel de voorpagina als de achterpagina’ – en maakte zich vrolijk over de claim dat zijn bewerking van de Internationale beter zou zijn ‘dan de tekst zoals die sinds jaar en dag door de arbeidersbeweging in ons land is gezongen’. CPN-dagblad De Waarheid betichtte de tekstdichter van plagiaat. De strofe ‘zet je schrap/ nog één ruk’ zou ontleend zijn aan 

Wie wil er een glaasje grenadine van Annie M.G. Schmidt: ‘Ze zetten zich allemaal schrap op hun sokken/ ze trokken en trokken en trokken en trokken/ (…) en nu nog een laatste ruk, alle zes/ en toen ineens flop! zei de kurk van de fles.’

Simon Carmiggelt schreef in zijn dagelijkse Parool-column onder het pseudoniem Kronkel dat de bewering dat De Internationale – ‘nog één ruk’ – alle mensen ‘geluk’ zou brengen, herinneringen opriep aan marcherende fanatici die hem voor de oorlog de stuipen op het lijf joegen: ‘Het fascisme zal u brengen/ al ’t geluk waarnaar gij smacht.’ Waarop Van de Merwe Kronkel in een gepikeerde brief liet weten dat diens vergelijking kant noch wal raakte. ‘Mijn Hollandse jasje voor dit lied laat De Internationale aan de mensen niet ‘Het Geluk’ aanzeggen, maar ‘geluk’, niet minder en niet meer – en dat maakt alle verschil.’ Aan de goede bedoelingen van Van de Merwe hoefde niemand te twijfelen. ‘Wij zullen ’t met elkaar wel klaren/ spoel de geldmelkers door de plee/ ja, de mensen worden nog helaas hier/ uitgevreten. Maar ’t gaat voorbij/ want de dag komt, dat de laatste aasgier/ wordt uitgeroeid en wij zijn vrij.’ 

De Nederlandse communisten en socialisten hielden echter hardnekkig vast aan de oorspronkelijke tekst, ook al werd daar gehamerd op de noodzaak tot verandering: Sterft, gij oude vormen en gedachten/ Slaafgeborenen ontwaakt! Ontwaakt!/ De wereld steunt op nieuwe krachten/ begeerte heeft ons aangeraakt.

PROEFABONNEMENT
4 NUMMERS VOOR € 15