Jaargang 7 • Verschijnt tweewekelijks • Losse nummers € 4,30

De Orde van de Theekop en het Lepeltje

door | jun 2, 2023

In 1968 was ik twintig en studeerde in Amsterdam. Ik was nog heel verlegen, vond mezelf lelijk en begreep niets van meisjes, maar verlangde wel naar ze. Daarom ging ik een keer naar de kunstenaars- en studentendisco Het Okshoofd – daar moest je zijn, had ik begrepen. 

Ik stond daar en durfde niet te dansen en het ene meisje was nog artistieker en onbereikbaarder dan het andere. Toen werd ik door twee meisjes tegelijk aangesproken. Ze waren mooi en aardig en blond en zaten volgens mij aan de heroïne. Of ik bij hen wilde komen zitten. Ik kreeg een biertje en ze begonnen te vertellen. Ze heetten Lill en Britt, waren een tweeling en woonden meestal in Spanje, in een dorpje aan zee, bij de schilder Dalí; ze hoorden bij zijn entourage.

In 2002 was ik 55 en zat ik in bar Casino in het Spaanse dorp Cadaques met mijn vrouw Rosita. Aan een tafeltje hingen twee dronken mannen, die naar aceton roken. “We are Barry and John, from England, we are twins, BeeJay we are often called here. Morgenavond geven wij een dinner party voor een paar oude vrienden in ons huisje boven op de berg. Waanzinnig uitzicht! Jullie moeten ook komen!” John krabbelde voor ons een routebeschrijving op een servetje.

Aan het einde van een onverharde weg stond het huisje, eigenlijk meer een hutje. We stapten het huisje in dat uit één kamer bestond. Barry stond achterin te koken, John verwelkomde ons hartelijk. Een oudere Spaanse dame groette ons minzaam. “Ik heet Rosa.” Een jonge blonde vrouw stond vlak voor de neus van een keurig uitziende man te buikdansen. Zij riep met een Amerikaans accent: “Hi, I’m Suzie!” Achter aan de tafel zaten twee vrouwen van middelbare leeftijd met grauwe gezichten. Een van hen keek op en begroette ons met een glimlach, de andere bleef wezenloos voor zich uit kijken. Uit de keuken klonk gevloek en gesteun en er viel daar regelmatig wat op de grond. Na een tijdje kreeg de keurige man ons in de gaten en begroette ons in een plechtig Brits: “Hello, my name is Brian.” 

We gingen bij Rosa zitten. John hield zich voornamelijk bezig met ons en zichzelf van drank te voorzien. Ook de toevoer naar zijn broer hield hij gaande. De twee vrouwen aan de tafel waren inmiddels ook wat levendiger geworden en giechelden soms. Een van hen stond plotseling op en trok haar rok omhoog terwijl ze me aankeek. Ze droeg er niets onder. De andere, haar zuster zo te zien, leek het niet op te merken.

De tijd verstreek en ik begon te twijfelen of het Barry ooit zou lukken die maaltijd te serveren.

John vertelde dat zij ooit tot de entourage van Dalí hadden behoord.  “Salvador nam ons overal mee naartoe, naar een nieuwjaarsfeest in Parijs bijvoorbeeld.” De twee vrouwen knikten instemmend. “Weten jullie wel,” zei John, en hij wees nu ook naar de zusjes, “dat wij lid waren van de Orde van de Theekop en het Lepeltje?”

“De Orde van de Theekop en het Lepeltje, hoe werd je daar lid van?” vroeg Rosa beleefd. “Nou, dat ging zo,” zei John. “Op een keer zaten we met z’n allen bij elkaar en toen begon Salvador zich…” “Stop it, not thát story, let them eat first,”zei Barry, die net met een grote dampende schotel bonen met chorizo verscheen. Het rook heerlijk. Barry zette de schaal op tafel, zakte kreunend in een stoel en liet de maaltijd verder aan zich voorbijgaan. Hij kon niet meer. Het ene zusje trok nog een keer haar rok op, niemand keek ernaar en ik was er nu ook aan gewend. 

Na het eten vroeg ik aan John over de Theekop en het Lepeltje, maar hij kon nog maar net zijn glas vasthouden en mompelde hoofdschuddend iets onverstaanbaars. Barry zat te slapen en het feest was afgelopen.

Toen we de deur uitgingen, wist ik het opeens weer. Ik draaide me om en vroeg: “Heten jullie Lill en Britt?”

“Hihihi, yes,” zeiden ze.

Friedrich Hlawatsch (1946) is muzikant en schrijver. 

PROEFABONNEMENT
4 NUMMERS VOOR € 15