De reactie op de brute en illegale acties van Rusland is begrijpelijk, maar ook verontrustend. Van een maximum inspanningsverplichting, aangegaan op een Navo-top in Wales in 2014, nu getransformeerd tot een minimum indicatie. Meer aan defensie voor veiligheid uitgeven? Maar dan wel cijfers en onderbouwing erbij, alstublieft.
Het International Institute of Strategic Studies (IISS) meldde bij de presentatie van The Military Balance in februari dat de wereld in 2023 voor het eerst meer dan 2000 miljard dollar uitgaf aan defensie, namelijk 2200 miljard. Dat is een groei van bijna tien procent in een jaar. Zestig procent van het defensiegeld werd door de VS besteed (900 miljard, meer dan de volgende vijftien landen bij elkaar opgeteld). Europa gaf 388 miljard dollar uit, China 220 miljard en Rusland 109 miljard. Meer geld lijkt dus niet het probleem in Europa, wel de nationale versplintering. Er is domweg meer grensoverschrijdende samenwerking nodig.
Twee procent van het Bruto Binnenlands Product aan defensie uitgeven lijkt een redelijke last, ook al zijn dat BBP en de werkelijke defensie-uitgaven – pensioenen en wachtgeld vallen er wel onder, maar de veel dringender militaire steun aan Oekraïne niet – jaar in jaar uit arbitrair. In 2014 voldeden slechts drie Navo-landen aan de tweeprocentnorm, nu twintig. Een vrij domme rekensom, want Griekenland bijvoorbeeld voldeed lang aan de norm omdat het Griekse BBP erg laag was, Nederland voldeed er niet aan en met een stijgend BBP van meer dan 1000 miljard zal die twee procent de komende jaren nog een hele uitdaging zijn.

In de propagandastrijd leeft het hardnekkige misverstand voort dat de VS wel vier procent van het BBP aan defensie besteedt, maar dat land kent zichzelf tal van mondiale verplichtingen toe. Wij profiteren daar ook van, maar die vier procent van de VS is natuurlijk niet vergelijkbaar met de twee procent van Nederland. Dat dit volgens de maatstaven van omroep Wakker Nederland (WNL) heel logisch is, valt te begrijpen, maar dat een Nederlandse premier bij zijn bezoek in het Witte Huis zijn gastheer ‘duizend procent’ gelijk geeft, is ronduit kwalijk.
Alle experts zouden zich toch eens moeten afvragen of zo’n klakkeloze verhoging van het defensiebudget naar pakweg vier procent ons veel extra veiligheid zou geven. Ter overdenking: de VS heeft de afgelopen twintig jaar zo’n 8000 miljard dollar aan defensie uitgegeven, dat kostte meer dan 7000 Amerikaanse soldaten het leven en helaas ook aan 400.000 burgers. Was het dat inderdaad waard? Omgerekend naar Nederlandse maatstaven zou dat bij ons uiteraard een factor 40 minder zijn, maar een behoorlijke veiligheidsanalyse aangaande die tweeprocentnorm ontbreekt vooralsnog.
De roep om hogere defensie-uitgaven heeft een koorts op gang gebracht die moeilijk te rijmen valt met beheerst nadenken over financieel beleid en met historische kennis. In een mum van tijd worden door daadkrachtige staatssecretarissen miljarden euro’s aan nieuwe fregatten aan de Hollandse ‘maakindustrie’ beloofd, de historische prijsstijgingen worden voor het gemak maar even vergeten. Ook dat in de VS bemande oorlogsschepen vervroegd worden afgestoten en serieus naar onbemande en goedkopere alternatieven wordt gekeken. Oekraïne heeft geen marine, maar jaagt met onbemande en 250 keer zo goedkope drones Russische oorlogsschepen in de Zwarte Zee naar de kelder en verbaast Amerikaanse planners.
Diezelfde daadkracht vinden wij terug in de enthousiaste bestelling van vier onderzeeboten bij het Franse Naval. Kosten bij elkaar zo’n tien miljard, waarvan volgens staatssecretaris Christophe van der Maat ‘vele honderden miljoenen aan Nederlandse bedrijven zal worden gegund’. Toch een patriottische geste, want ervaring in deze niche heeft onze ‘maakindustrie’ niet. Bovendien heeft Van der Maat het oneigenlijke argument gebruikt dat de verliezer in de gunning van de onderzeeërsbouw, de scheepswerf Damen samen met het Zweedse Saab, zonder aanbesteding voor miljarden fregatten mag maken. Voor de iets oudere lezer: een herhaling van de Walrusaffaire dreigt – een debacle dat in de jaren tachtig honderden miljoenen guldens kostte.