Jaargang 8 • Verschijnt tweewekelijks • Losse nummers € 4,30

Multatuli’s Mimi, slavin uit vrije wil

door | mei 5, 2023

‘De eer van den mensch woont boven den navel’ was de overtuiging van Eduard Douwes Dekker (1820-1887), en dat hebben de vrouwen geweten die binnen zijn bereik kwamen. Nadat hij in 1860 onder het pseudoniem Multatuli de grootse roman Max Havelaar had gepubliceerd, kon hij wegdromen bij het idee een rechtvaardig bewind in voormalig Nederlands-Indië te stichten met zichzelf als keizer. Ter voorbereiding daarop probeerde hij veelal mannen te ronselen om hem financieel te steunen, en vooral jonge vrouwen te rekruteren voor het ‘Legioen’ dat hem diende aan te hangen, en niet alleen ‘boven den navel’. Met die laatste taak boekte hij de grootste vorderingen.

Ook de Haagse majoorsdochter Mimi Hamminck Schepel (1839-1930) was zo’n meisje dat met de (bijna twintig jaar oudere) schrijver dweepte, hem een brief stuurde (1861), op zijn schoot belandde (1863) en in zijn bed (1864), om eigenlijk nooit meer bij ‘Dek’ weg te gaan. Behalve als hij haar een poosje wegstuurde – om te kunnen werken, of omdat zich een andere kandidate voor het legioen aandiende. Dan liep ze huilend de straat op, met altijd een paar deeltjes Multatuli onder de arm, alsof ze hem zo toch bij zich hield. Hem dienen was haar bestemming en daar had ze geen spijt van. ‘Zonder hem – o de zon zou zwart zien,’ noteerde ze in 1873.

Een hindernis bij alle vreugde was dat Douwes Dekker getrouwd en vader was. Zijn Tine en de kinderen bevonden zich meestal in den vreemde, in armoede. Hij aanbad ook hen, maar zogezegd op enige afstand. Dat betekende dus dat Mimi, die met hem meeging toen hij in 1866 naar Duitsland verkaste en die bij hem zat toen hij in 1887 de laatste adem uitblies in hun huis (dat hem geschonken werd) in Nieder-Ingelheim, lange tijd zijn partner en minnares was, tegen alle fatsoensnormen in. In die zin moeten we de titel Verheven ongemanierd begrijpen, die Gaia van Bruggen koos (uit een brief van Douwes Dekker) voor haar levensbeschrijving van Mimi. 

De schrijver zat vol ideeën en plannen en zij genoot ervan om met hem een onfeilbaar gedacht roulettesysteem te beproeven in het casino van Wiesbaden. De miljoenen lonkten, maar stroomden nooit binnen. In werkelijkheid aten ze vaak droog brood en moesten ze zelfs twee keer hun paraplu verpanden. 

Maar ze had niets willen missen. Multatuli was een groot auteur en een markante figuur. Zijn naasten hadden, als ze naasten wilden blijven, veel te gedogen. Wanneer hij Mimi weer eens wegstuurt, vraagt ze verdrietig of hij haar ooit nog wil zien. “Kijk, dat is nu je fout!” roept hij dan. “Ik moet je juist vergeten, als ik mijn ideeën rustig wil onderbrengen in het werk, het betaalde werk waarmee ik mijn kinderen in leven moet houden. Jij denkt alleen aan jezelf, het is egoïsme om zo lief te hebben.” En daar gaat ze. 

Jaren later, als ze een kind adopteert (dat Wouter zal heten, naar Multatuli’s Woutertje Pieterse) en het inmiddels zo goed gaat dat ze zich dat kunnen veroorloven, maant hij haar om een tweede dienstmeisje te nemen: “Maak je niet tot slavin. Dan ben je al van my, en dat is goed voor je.”

Ze probeerde zelf ook wat te schrijven, verhalen waarin veel personages sterven en die daarom door Douwes Dekker als ‘kerkhofslectuur’ werden afgedaan. Haar kwaliteit was hém verdragen en verzorgen, en na zijn dood zijn brieven publiceren en de nagedachtenis eren.  

“Ik ken geen deugd die ze niet bezit,” kon Douwes Dekker uitroepen als hij de lof van Mimi zong. “Zyn streven was altyd edel,” zou zij nog in 1927 over hem verklaren. Dat laatste zegt veel. Immers, ze had hem wel eens aangetroffen met een jonge vrouw op schoot, en in zijn drift kon hij zijn immer trouwe levensgezel ook klappen verkopen. Toch werd Mimi in 1876 zijn tweede echtgenote, twee jaar nadat Tine in Italië de geest had gegeven.

Mimi’s fascinatie slonk niet, en de lezer van dit boek moet dát haar nageven: zodra het over Multatuli gaat, gebéurt er wat. Nadat hij is gestorven, zal Mimi in de ruim veertig jaar die nog volgen voornamelijk achteromkijken.  

Op haar oude dag, toen ze weer in Den Haag woonde, kon ze buurtgenoot Willem Kloos voorbij zien wandelen, met wie ze lang geleden schaak had gespeeld. Het schaakbord en de stukken had ze trouwens op haar negentigste nog; die kwamen, net als het bureau, de sofa en de boeken in haar huis, uit de nalatenschap van Dek.

Gaia van Bruggen: Verheven ongemanierd. Mimi en Multatuli

Boom, € 29,90

PROEFABONNEMENT
4 NUMMERS VOOR € 15