In de artikelen na de dood van radio- en tv-producent/regisseur/ acteur/ stripspecialist/ presentator (Wordt vervolgd!) Han Peekel, eind vorig jaar, kwam zijn rol als chansonnier niet echt uit de verf. En dat terwijl Peekel op dat gebied toch een uitzonderlijke vroegbloeier was. In 1965, hij was nog geen achttien, begon hij in de jazzkelder onder het Rotterdamse gebouw De Heuvel met een reeks voorstellingen: Han Peekel chantant. Hij begeleidde zichzelf op gitaar. En al eerder trok hij de aandacht: Voor Radio Veronica, toen nog piraat, verzorgde hij enige maanden Wie in Nederland wil zingen…Zestien jaar oud was de presentator/samensteller, dat zou wel eens een record kunnen zijn.
Hij kwam via Theo Stokkink bij de KRO terecht, waar hij in 1973 betrokken raakte bij Voer voor vogels, niet te verwarren met Vroege Vogels. Dat was een wat controversieel radioprogramma. Het had de reputatie progressief te zijn. Peekel tegen Ruud Gortzak van de Volkskrant: “We trachten altijd onverwachte dingen in de uitzending in te bouwen. We hadden eens een uitzending over links. Daarin zijn alleen rechtse mensen aan het woord geweest en aan het slot van de uitzending zeiden we: alles wat u niet gehoord hebt is links.”

En hij zong dus.
Zijn eigen Nederlandstalige nummers kwamen uiteindelijk op vier cd’s terecht, met de welgekozen titels Hartverwarrend,Jij droeg mijn naam, De gelaatstrek van het gevoel en Oude man. Nog steeds te bestellen.
En wat horen we op Stoelendans, het eerste nummer op Hartverwarrend? Een protestlied. Wat aarzelend nog.
En toen de fabriek overbodig was geworden
Werd hij door heren in grijs en witte boorden afgevoerd
De werknemer heeft zijn plicht gedaan.
En zonder een traan, mag hij gaan.
De ‘bekrompen visie’ van de aandeelhouders, die banen ‘wegsaneren’ omdat de economie ‘anders stagneert’, Peekel kon het maar moeilijk aanzien.
Wederom zovelen zonder carrière
Gedoemd tot uitzichtloze misère.
Het jargon had hij niet echt onder de knie; wij revolutionairen hadden het niet over carrières, laat staan over ‘werknemers’. Nemen? Geven! Nou ja, voor een habbekrats verkopen.
Even bijpraten zou je zeggen, maar nee, een paar nummers verder blijkt dat het allemaal geen zin heeft, het hele land is getuige het lied Vreemdeling niet te harden. Een samenleving zonder allure. Alles is vlak, de regelgeving is te strak, communicatie is een snauw, de middelmaat heerst, onbenul is de norm, een onbuigzame asperge-republiek (?) geregeerd door een fossiele kliek. Hij vergelijkt zijn lot als Nederlander met dat van ‘de transseksueel te wonen in een ongewenst lichaam, van een nationaliteit die ik niet deel’. Toe-eigening van leed ging dat heten, maar dat was veel later.
Een groot zanger/tekstschrijver was hij niet echt, maar hij had best een prettige stem. En naast zijn andere verdiensten waren er ook nog zijn stimulerende activiteiten voor de oprichting van het Instituut Beeld en Geluid. Hij kreeg er in 2016 een lintje voor van Hilversums burgemeester Pieter Broertjes. Een aantal eerder geridderden reageerde verontwaardigd: Peekel was jaren voordien veroordeeld tot een taakstraf wegens belastingfraude. Een blanco strafregister was toch wel het minste dat je kunt eisen?
Geborneerd rotland.