Een van de geneugten van de buitenlandverslaggeving is het werken met tolken. Het is tijdrovend, het is een garantie voor misverstanden en het ontbeert elke mogelijkheid tot tussentijds reageren, verbaal en nonverbaal.
In Vietnam kregen we tijdens een strak geprogrammeerde reis een jaar na afloop van de oorlog van overheidswege een tolk Vietnamees-Russisch toegewezen. Nu was ons Russisch wat roestig en zijn Engels zo mogelijk nog slechter. Veel verder dan ‘this is blue’ en ‘that’s a house’ kwam hij niet. Toen wij onze Vietnamese gastheren dreigden dat er geen letter tekst zou verschijnen en geen meter tape uitgezonden als hij niet werd vervangen, kregen we een andere tolk, David.

Met hem is het mogelijk nog slecht afgelopen. David was een uitstekende tolk, maar hij zocht toenadering tot de buitenlandse journalisten, ook in zijn vrije uren. Niet alleen om zijn Engels te verbeteren, maar ook om te horen hoe het leven het in Westen was. Zijn bazen stelden dat zo weinig op prijs dat David een paar dagen voor ons vertrek ineens niet meer kwam opdagen. We begrepen dat hij straf had, zo niet erger. Aan ons schuldgevoel hadden we niet veel.
Tegen het einde van de reis kregen we in de gaten dat er nog een ‘tolk’ in ons midden was, zonder dat we het wisten. Toen we naar een andere ‘nieuwe economische zone’ dan de voorgestelde modelzone wilden, werd dat geweigerd. Toen een van ons zich liet ontvallen dat die er dan ook wel niet zou zijn, ontstaken de gastheren in woede en praatten ze een paar dagen niet meer tegen hem. De conclusie was duidelijk: een van de begeleiders verstond Nederlands en had alles kunnen volgen wat we onderling bespraken.
Wie het Nederlands ook nog prima beheerste, was een Indonesische minister van Buitenlandse Zaken tijdens een conferentie in Genève. Toen westerse landen weer eens bijzonder terughoudend waren bij het doen van financiële toezeggingen, sprak de bewindsman voor een volle zaal: “As my Dutch friends will understand, we call it kruidenierspolitiek.”
De tolken kwamen later bij ons, Nederlandse journalisten, vragen wat de bewindsman in vredesnaam had bedoeld. Veel verder dan grocery policy kwamen we niet.