De nationalistische Likoedpartij heeft in de jaren tachtig de oprichting van Hamas in Gaza aangemoedigd en getolereerd als tegenwicht voor de PLO van Yasser Arafat. ‘Verdeel en heers’ was en bleef het idee tot 7 oktober 2023. Het uitgangspunt van Likoed was dat verdeeldheid tussen Hamas in Gaza en de PLO op de Westelijke Jordaanoever de stichting van een Palestijnse staat in de weg zou staan. Netanyahu heeft het vaak gezegd: “Er is geen Palestijnse partner,” doelende op de ideologische tegenstelling tussen Hamas en Fatah, de dominerende partij in de PLO.
Moshe Ahrens, de Likoedminister van Defensie in 1983-1984, staat aan de bron van de ‘heers en verdeel’-strategie, ten tijde van door Fatah uitgevoerde terroristische aanslagen op zeventien bloeiende nederzettingen in het zuidelijke deel van Gaza.
De invalide islamitische geestelijke leider sjeik Ahmed Yassin kreeg van minister Ahrens toestemming rond de moskeeën in Gaza een sociaal netwerk op te zetten: dienstverlening aan behoeftigen en armen in Gaza. De Israëlische veiligheidsdiensten hadden niet in de gaten dat Ahmed Yassin koos voor verzet tegen de Israëlische nederzettingenpolitiek in Gaza. De ogen in Israël gingen pas open toen de eerste Hamas-aanslagen in Gaza plaats vonden. Hoewel Hamas en Fatah ideologisch van elkaar verschillen ten opzichte van een oplossing van het Israëlische-Palestijns conflict, vochten beide organisaties tegen de Israëlische bezettingsmacht in Gaza.

Terwijl Yasser Arafat in het akkoord van Oslo in 1993 een grote stap zette in de richting van erkenning van Israël binnen de grenzen van vóór 1967, kon Yassin zich niet verzoenen met het bestaan van een joodse staat in het islamitische Midden-Oosten. Voor hem was de handtekening van Arafat onder het Oslo-akkoord met Rabin verraad aan de Palestijnse zaak.
Premier Ariel Sharon besloot in 2005 onder druk van het Palestijnse verzet de strook van Gaza volledig te ontruimen, inclusief de ontmanteling van zeventien nederzettingen en het terughalen van tegen de tienduizend kolonisten. Hij schijnt ervan uit te zijn gegaan, dat het door het Oslo-akkoord in het leven geroepen Palestijnse zelfbestuur in Ramallah onder Yasser Arafat het ontstane machtsvacuüm in Gaza zou opvullen. Een jaar later, in 2006, won Hamas de verkiezingen in Gaza. Het Palestijnse zelfbestuur werd met bloedig geweld door Hamas uit Gaza verdreven.
Netanyahu is van 1996-1999 en van 2009 tot nu premier geweest van rechtse regeringen. In die rol heeft hij zelfs bij grote militaire invallen in Gaza na raketbeschietingen door Hamas vanuit Gaza nooit een serieuze poging gedaan Hamas te vernietigen. Hij bleef trouw aan de verdeel en heersdoctrine om de stichting van een Palestijnse staat op Judea en Samaria, de westelijke oever van de Jordaan, te voorkomen. Palestijnse eenheid zou politieke en diplomatie kracht geven aan het Palestijnse streven naar een onafhankelijke Palestijnse staat. Daarom heeft Netanyahu Hamas in leven gehouden. Hij stond toe dat Qatar honderden miljoenen dollars in de wederopbouw van Gaza pompte na een grote Israëlische inval aldaar in 2008, waarbij grote schade werd toegebracht aan de infrastructuur. De dollars uit de schatkist van Qatar werden gebruikt voor de bouw van kilometerslange Hamastunnels. Ook stond Netanyahu toe dat dagelijks duizenden Palestijnse arbeiders werkten in de Israëlische bouw en landbouw.
De analist Adam Raza schreef op 20 oktober in dagblad Haaretz: ‘Gedurende tien jaar heeft Netanyahu de hand gehad in de groeiende militaire en politieke macht van Hamas. Het is Netanyahu die van de terroristische organisatie Hamas met weinig middelen een soort halve staat heeft gemaakt.’
Er is in Israël intussen geen millimeter politieke en psychologische ruimte om in de gegeven emotionele stand van zaken aan territoriale ruimte voor de Palestijnen te denken, ook al probeert de pro-Israëlische Amerikaanse president Joe Biden de gedachte aan een tweestatenoplossing levend te houden.